kinderen & jongeren

“Als ik de tijd kon terugspoelen, had ik niet zoveel weerstand getoond”

Papa Willem kreeg na zijn scheiding hulp van het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg
25.08.2023
Foto's
Florian Van Eenoo

Wat doet het met een ouder als de jeugdhulp plots ongevraagd over je schouder meekijkt? Na een moeizame scheiding en twee politie-interventies komt Willem (41) in aanraking met het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg. Er zijn zorgen over Seppe, zijn zoontje van drieënhalf. “Op het meest instabiele moment in je leven, komen er plots anderen meekijken. Best spannend.”

Opvoeden loopt niet altijd van een leien dakje, dat kan elke ouder beamen. Soms is er extra hulp nodig, ook als je daar zelf niet om vraagt. Voor Willem (41) werd dat scenario plots realiteit. “Samen met mijn vriendin had ik een zoontje van drieënhalf, Seppe. Onze relatie hield niet lang stand, dus spraken we een week-om-weekregeling af. Een ideaal scenario: de ene week kon ik me helemaal focussen op Seppe, de week daarop had ik alle vrijheid om mijn zin te doen. Net omdat ik niet voltijds voor hem moest zorgen, voelde ik me een betere papa. Maar de verstandhouding tussen de mama van Seppe en mij ging plots bergaf. Voor we het wisten, stond de politie twee keer aan de deur en werd het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg ingeschakeld. Dat hoefde niet meteen een ramp te zijn: ik zat zelf ook niet op het beste punt in mijn leven en had al wel eens nagedacht of jeugdhulp een optie zou zijn. Plots werd dit in mijn plaats beslist. Ik wilde het zelf niet zomaar aanvaarden.”

De mama van Seppe verdween even uit beeld. Willem moest opeens alleen de opvoeding van zijn zoontje dragen. “En dan, op het meest instabiele moment in je leven, komen er plots anderen meekijken. Best spannend. Vooral omdat het gaat over het allerbelangrijkste: je eigen kind. Wat dan volgt is een en al onzekerheid. Het wordt eerst veel spannender, voor het weer beter wordt.”

Stappenplan

In een van de eerste gesprekken met Joanna, de consulent van het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg, werd er een ingrijpende beslissing genomen. “Stap voor stap moesten de dekseltjes open van alle potjes die de mama van Seppe en ik de afgelopen jaren goed gesloten hielden. ‘We gaan Seppe vertellen wat mama nu doormaakt’, was de boodschap. Daar had ik al helemaal geen zin in. Een kind van drie hoeft volgens mij helemaal niet te weten met welke problemen volwassenen worstelen. Maar de consulent was stellig en we spraken samen af hoe we alles aan Seppe zouden vertellen. Voor het eerst ging iemand anders voor mij beslissen wat ik aan mijn zoon moest zeggen. Dat had ik liever niet. Maar Seppe reageerde heel gewoon en plots viel alles op zijn plaats. Een buitenstaander vertelde dat het helemaal niet mijn fout was dat Seppe zijn mama nu even niet kon zien. Het was zowel voor hem als voor mij een hele opluchting.”

“Ik moet wel toegeven dat mijn weerstand niet zomaar verdween na die eerste positieve ervaring. Ik vroeg constant naar een stappenplan. Hoe zouden we alles aanpakken? Een volledig stappenplan kreeg ik niet, enkel de eerstvolgende stap en misschien de stap daarna. Voor hulpverleners lijkt het heel duidelijk wat er allemaal gebeurt. Maar voor ons, als ouder, is dat helemaal niet zo. ‘Ben ik wel goed bezig? Vertellen ze wel alles? Wat is de volgende stap? Zijn ze wel eerlijk?’ Voor iemand die graag controle heeft, is het een frustrerende situatie.”

“Voor de buitenwereld hield ik de betrokkenheid van jeugdhulp goed verborgen. Een collega op het werk wist wat ik doormaakte. Zijn advies blijft me tot nu bij, want het is cruciaal geweest tijdens de afgelopen jaren. ‘Willem, dit is je kans’, zei hij. ‘Nu moet je het goede doen. Verbreek het contact tussen Seppe en zijn mama niet zomaar, maar zorg ervoor dat de mama in zijn leven blijft.’ Daar heb ik me ook aan gehouden. Stilaan ging het weer beter met mama en kreeg ze opnieuw een plekje in Seppes leven. Al had ik het mezelf niet makkelijk gemaakt. Door afspraken rond de bezoekregeling met de mama, liep mijn de relatie met mijn nieuwe vriendin spaak. Daarvan gaf ik graag de consulent de schuld. ‘Ik kan niet snel genoeg van jullie vanaf zijn’, snauwde ik haar toe.”

Familie

“Ook Anja, een contextbegeleider, werd ingeschakeld om de situatie voor Seppe verder te ontmijnen. Samen zochten we naar manieren om het haalbaar te maken voor iedereen. Seppe begon het plots lastiger te krijgen op school en ik holde achter de feiten aan. Werken, koken, wassen, huiswerk maken… De geoliede machine om alles draaiende te houden begon te sputteren. In plaats van elke dag huiswerk te maken, sloegen we steeds een dagje over. Zo had ik tijdens de avondroutine tenminste een kwartiertje tijd voor mezelf.”

“Tot er plots een mailtje van de mama kwam. Of ze niet één avond per week kon helpen om Seppe van school te halen. De toon van die mail was perfect. Niet toevallig, was het de crisisbegeleidster die daar mee voor gezorgd had, maar dat wist ik op dat moment natuurlijk niet. De vraag kwam als geroepen, maar mocht ik er wel op ingaan? Op zo’n moment voel je al snel wie er écht met jou en je kind inzit. Een van mijn vrienden reageerde staalhard: ‘Dat zou toch te makkelijk zijn voor haar! Jij regelt alles en zij moet gewoon één keer per week Seppe van school afhalen. Dat moet je zeker niet doen’, klonk het. Gelukkig was dit niet de enige stem. ‘Eén avond per week?’, vroeg een goede vriendin. ‘Misschien moet je twee momenten voorstellen? Het kan alleen maar helpen om de band tussen Seppe en zijn mama opnieuw te versterken, toch? En dan kan ze ook helpen met het huiswerk.’ Voor we het goed en wel doorhadden liep alles weer gesmeerd: zijn mama sprong mee in de bres en Seppe voelde zich beter dan ooit. Van een zesje werd hij plots een achtenhalf. (lacht) Hoe? Dankzij zijn mama.”

“Naast het contact met zijn mama, kreeg Seppe ook weer voeling met de rest van de familie. Oma, opa, neefjes en nichtjes: iedereen paste opnieuw in zijn leven. Ook dat was niet toevallig. Allemaal kwamen we samen op een netwerktafel. Iedereen die belangrijk was voor Seppe zocht er samen naar manieren om ervoor te zorgen dat hij veilig kan opgroeien, waar hij ook is. Hoewel die momenten niet altijd even gezellig waren, zorgden ze er uiteindelijk wel dat de puzzel nu heel goed past. Om het weekend logeert Seppe nu bij zijn mama. En als het daar even moeilijk loopt, dan springen zijn opa en oma in. De rest van de tijd woont hij bij mij, maar krijg ik hulp van mijn mama én van de mama van Seppe. Twee avonden per week haalt zijn mama hem van school op en doet ze samen met hem zijn huiswerk. ‘Ik heb het T-shirt van dit weekend gewassen, hang ik ze terug in zijn kast?’, roept ze dan vanuit zijn kamer. Wie had ooit gedacht dat het zo goed zou komen?”

Peperkoeken hart

“Intussen is Seppe zeven jaar. Hij zit in het eerste leerjaar en doet het eigenlijk best goed. Het is een guitige jongen met een peperkoeken hartje, boordevol energie. De manier waarop hij nu in het leven staat, hebben we voor een groot deel te danken aan de hulp van de consulent en de contextbegeleider. Natuurlijk heb ik ook mijn steentje bijgedragen aan het verhaal door bijvoorbeeld samen met de mama van Seppe een nieuwe weg te zoeken. Wat moest ik anders doen? De strijd aangaan? Dat kon ik echt niet over mijn hart krijgen.”

“Weet je wat onverwacht een moeilijk moment was? Toen de jeugdhulp stopte. ‘Jullie kunnen het vanaf hier nu alleen’, kreeg ik te horen. Dat is het allermooiste compliment dat je als papa kan krijgen. Ook al moet ik toegeven dat ik best wel schrik had om alleen verder te gaan. Ondertussen had ik ook Joanna en Anja leren waarderen. Als ik de tijd drie jaar kon terugspoelen, ik had waarschijnlijk helemaal anders gereageerd. Dan had ik niet zoveel weerstand getoond.” (lacht)

“Verhalen van ouders over ‘de jeugdzorg die zich komt moeien’ hoor je wel vaker. Je wordt er van bij het begin mee geconfronteerd. De dankbare verhalen hoor je nooit. Misschien helpt mijn verhaal de volgende mama of papa die zich in een lastige situatie bevindt en het moeilijk heeft om zich open te stellen. Want die weerstand maakt het ongetwijfeld een pak ingewikkelder dan nodig.”



Ondersteuningscentrum Jeugdzorg zorgt voor een veilige situatie

Een hulpverlener stuurt in eerste instantie aan op vrijwillige hulpverlening. Soms lukt dit niet lukt of is een situatie te onveilig voor een minderjarige. Op dat moment kan een hulpverlener terecht bij het ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ). Het OCJ onderzoekt of het in verontrustende situaties nodig is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten. Meer dan 13.000 kinderen en jongeren krijgen ondersteuning van een consulent bij het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg. Soms in combinatie met de hulp van een contextbegeleider, gezinshulp of een jeugdhulpvoorziening. Ook voor consulent Joanna en contextbegeleidster Anja is elk verhaal een zoektocht.

Hebben jullie een stappenplan klaar voor elke situatie?

Consulent Joanna: “Jammer genoeg is het niet zo dat we een schets hebben van hoe een situatie evolueert. We weten wel welke stappen we willen zetten, maar sommige stappen volgen bij het ene gezin al wat sneller dan bij een ander. Soms moeten we een stapje terugzetten. Soms hebben ouders zelf al heel wat meegemaakt of hebben ze het moeilijk om samen een uitweg te vinden. Wij proberen dan te ondersteunen, maar doen dat altijd op maat. Zo proberen we stap voor stap problemen op te lossen. We weten uiteraard nooit vooraf welke problemen er zullen opduiken.”

Hoe hebben jullie de situatie van Willem vlot getrokken?

Contextbegeleidster Anja: “Natuurlijk speel je daar als hulpverlener een rol in, maar je voelde hier vooral dat Willem zijn zoontje altijd op de eerste plaats zette. Hoewel er heel wat gebeurd was tussen hem en de mama van Seppe, heeft hij er toch voor gekozen om haar nooit uit het leven van zijn zoontje te bannen. Dat is de sleutel geweest om een situatie te creëren waarbij iedereen zich goed voelt.”

Wat betekende de methodiek signs of safety in dit verhaal?

Consulent Joanna: “Met signs of safety gaan we samen met belangrijke personen die rond een gezin staan op zoek hoe we de situatie veilig kunnen maken voor kinderen. Wie kan er inspringen als het even moeilijk loopt? Hoe maken we het voor iedereen haalbaar? Voor welke signalen moeten we extra alert zijn? Die vragen worden beantwoord aan een netwerktafel. Op die manier bouwen we samen een plan om kinderen zo veilig mogelijk te laten opgroeien. Bij Seppe zorgde dat ervoor dat ook zijn mama en papa hem samen kunnen opvoeden, met de steun van grootouders, neefjes, nichtjes, tantes en nonkels. Door goede afspraken weet nu iedereen wat er van hen verwacht wordt bij de opvoeding van Seppe en voelen mama en papa zich extra gesterkt.”

 

>> De getuigen in dit artikel kozen er omwille van de privacy voor om niet op de foto te gaan.