ouderen

Inclusieve ouderenzorg

"Laat ouderen met een beperking zo lang mogelijk wonen waar ze zich thuis voelen"
25.01.2017
Foto's
Jan Locus

In de Kortrijkse binnenstad broeit er wat in de ouderenzorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De mensen van Woonzorgnetwerk Sint Vincentius en vzw den achtkanter, een organisatie voor personen met een verstandelijke beperking, zijn niet alleen letterlijk buren van elkaar, ze slaan de handen ook in elkaar voor een inclusieve ouderenzorg. Ze delen elkaars expertise voor een optimale ondersteuning van ouderen met een verstandelijke beperking, om hen zo lang mogelijk thuis de nodige zorg te kunnen bieden.

Mensen met een verstandelijke beperking die gebruikmaken van de diensten van den achtkanter kunnen, eens ze ouder worden, gebaat zijn bij de expertise van het nabijgelegen woonzorgcentrum. Dat kan het geval zijn bij dementie. Indien hun zorgnood te groot wordt, kunnen ze er op termijn eventueel gaan wonen. Ook omgekeerd kunnen medewerkers van het woonzorgcentrum raad vragen over de begeleiding van mensen met een beperking. Er is dus uitwisseling van expertise in twee richtingen. Elke oudere is welkom in het woonzorgcentrum, ongeacht de beperking of problematiek. “Maar”, benadrukken alle betrokkenen, “de levenskwaliteit en het welbevinden van de oudere staan altijd voorop. Mensen willen in veel gevallen zo lang mogelijk wonen waar ze zich thuis voelen en moeten die kans ook krijgen.”

Johan Warnez is agogisch directeur van den achtkanter, een Kortrijkse organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een niet-aangeboren hersenletsel. “Ook onze bewoners worden ouder. Dat ouder worden betekent dat er nieuwe ondersteuningsnoden en zorgvragen ontstaan. We zochten naar de best mogelijke ondersteuning en willen bijdragen tot vermaatschappelijking van de zorg. Waar vind je de  diensten die de nodige zorg en ondersteuning kunnen bieden en de competenties hebben om met die andere zorgvraag om te gaan? Bij den achtkanter staat de cliënt centraal. We gaan op zoek naar de ondersteuning die hij of zij nodig heeft, rekening houdende met de kwaliteit van leven en het welbevinden van die cliënt. Als we merken dat er bijzondere ondersteuning nodig is bij het ouder worden, waarom zouden we dan geen beroep doen op die diensten die wel die expertise in huis hebben? ”

Professionalisering

Eveline Breye, algemeen directeur van Sint-Vincentius: "Sint Vincentius Kortrijk is van de woonzorggroep GVO, waar veel aandacht is voor lokale samenwerking met als doel de kwaliteit van wonen-leven en zorgen voor kwetsbare ouderen. Op datzelfde moment waren we met het woonzorgcentrum bezig met een oefening over kwalitatieve zorg. We wilden onze kijk verdiepen met een agogische blik. We zagen de mensen van den achtkanter als de mensen die ons de kennis en kunde kunnen verschaffen over wat wonen, leven en samenwonen met andere mensen betekent. Op gebied van dementie delen wij onze kennis met hen.” In veel gevallen hebben reguliere diensten niet veel ervaring met de specifieke zorgnoden van personen met een beperking, hoewel ze deze mensen wel vaak ondersteunen. “De professionalisering werkt dan ook in beide richtingen”, zegt Johan Warnez. “Door interventies en ondersteuning van het woonzorgcentrum, krijgen onze medewerkers een beter zicht op dementie en ontwikkelen ze vaardigheden om ouderen met een beperking in hun thuissituatie beter te ondersteunen.  We bieden onze cliënten de best mogelijke zorg en ondersteuning op vlak van hun beperking, en hebben die expertise ook in huis. Maar gaat het om de zorg van ouderen, dan moeten we ook erkennen dat iemand anders daarin  meer expertise heeft.”

Een veranderende leefsituatie vraagt aangepaste ondersteuning. “We werken aan beeldvorming en competentieontwikkeling bij onze medewerkers. We brengen medewerkers van beide huizen samen in een vormingsparcours. Er worden verhalen uitgewisseld, en tijdens intervisiemomenten kunnen we detecteren  op welke grenzen onze mensen botsen, welke bedenkingen ze hebben of waar ze mee worstelen. Voor we beslissingen nemen, kijken we altijd naar het individu en de zorgnood op dat moment", zegt Eveline Breye.

Johan Warnez: “Inclusie blijft uiteraard heel belangrijk, ook in dit verhaal. Iedereen heeft het recht erbij te horen, het recht om net als elke andere burger benaderd te worden en het recht om toegang te hebben tot diensten die voor iedereen open staan. Het recht op ondersteuning hoort hier eveneens bij, ook wanneer je als ‘volwaardig burger’ uitgedaagd wordt door een beperking.”

Verhuizen of niet?

“Jaren geleden  zeiden we aan mensen met een beperking en hun ouders dat we levenslang voor zoon- of dochterlief zouden zorgen. Nu kunnen we dat meer dan ooit waarmaken, dankzij de samenwerking met Sint-Vincentius. Wanneer een (nieuwe) problematiek zou ontstaan, zoeken we samen met het netwerk en de gebruiker naar de best mogelijke ondersteuning. Zo gaat dat in veel gevallen ook met thuiswonende ouders. Soms is de stap naar een woonzorgcentrum de best mogelijke of enige optie”, zegt Johan Warnez.

Het ouder worden gaat vaak gepaard met specifieke noden. Mensen hebben andere zorgen nodig. “Bij mensen met het syndroom van Down is er een grote kans dat er ooit dementie optreedt. Het woonzorgcentrum leidt de medewerkers van den achtkanter op om het dementieproces te begrijpen en er correct mee om te gaan,  zodat de mensen kunnen blijven wonen waar ze zich thuis voelen,” zegt Johan Warnez. “Net die expertise is handig om aan een nieuwe ondersteuningsnood tegemoet te komen. Indien blijkt dat het onmogelijk is om in de eigen vertrouwde omgeving te blijven, hebben we de garantie dat hij of zij kan verhuizen naar Sint-Vincentius, een setting die beter is aangepast aan de noden van mensen met dementie.”

Eveline Breye: “Het is een groot voordeel dat we cliënten al kennen als ze bij ons komen wonen. Dat betekent zowel voor de cliënt als voor de verzorgers een grote meerwaarde. Het levensverhaal, iemand als persoon echt goed kennen, is zo belangrijk. Iedereen kan gedefinieerd worden op basis van zijn ziekte, maar wie is die persoon echt? Dat alles draagt bij aan het veiligheidsgevoel en de comfortzone van zowel de cliënt, de familie als de hulpverleners. Johan Warnez: “Wanneer het niet meer veilig is of de integriteit wordt bedreigd in één van onze woningen, dan bestaat de mogelijkheid om te verhuizen. Vanaf dat moment ondersteunen de mensen van den achtkanter het team in het woonzorgcentrum en werken ze outreachend. “De samenwerking stopt niet na de overgangsperiode”, zegt Eveline Breye. “Ook voor mensen die al een tijdje in het woonzorgcentrum verblijven,  is er nog overleg en  wordt er hulp of advies gevraagd . Doordat we in dezelfde wijk gehuisvest zijn, kunnen de vroegere medebewoners blijven langskomen en het contact behouden.”

Het is niet omdat mensen ouder worden dat ze moeten verhuizen. Johan Warnez: “Als de levenskwaliteit van de cliënt niet bevorderd wordt, dan hoeft het voor ons eigenlijk niet. Mensen moeten niet verhuizen enkel omdat ze een bepaalde leeftijd hebben. We pleiten er nog steeds voor om mensen zo lang mogelijk te laten wonen waar ze zich thuis voelen. Waarom zou dat anders moeten zijn voor mensen met een beperking?”, zegt Johan Warnez. “Daarnaast moet de situatie niet per se kritiek zijn om een verhuis te overwegen. Wel respecteren we steeds de keuze van de cliënt en tegelijk ook de zorgvraag. Het netwerk van de persoon wordt gehoord en we praten met alle betrokkenen zodat de juiste keuze kan gemaakt worden.”

Een thuis in de buurt

Zilver aan zet

Het project wordt gesteund door Cera onder de noemer ‘Zilver aan Zet’ en draait rond kwetsbare ouderen. Cera steunt acht lokale projecten uit Vlaanderen en Brussel. Elk project wil positieve gezondheid, veerkracht en levenskwaliteit bij kwetsbare ouderen verbeteren. De projecten vertrekken met andere woorden vanuit de sterktes van ouderen, ondanks het feit dat ze op lichamelijk, psychisch en/of sociaal vlak beperkingen ervaren. Cera is projecthouder en ondersteunt financieel en op het gebied van communicatie. LUCAS KU Leuven staat in voor de wetenschappelijke onderbouw van de aangereikte inzichten en voor de professionele begeleiding en coaching. www.cera.be

Het is niet omdat iemand veroudert, dat het woonzorgcentrum de volgende stap is. “Als de verhuis de kwaliteit van leven van de cliënt niet bevordert, dan hoeft dat voor ons eigenlijk niet. We pleiten er nog altijd voor om mensen zo lang mogelijk te laten wonen waar ze zich thuis voelen. Waarom zou dat anders moeten zijn voor mensen met een beperking?”, zegt Johan Warnez. “Elke situatie wordt individueel bekeken. We respecteren de keuze van de cliënt en bekijkende zorgvraag. Het netwerk van de persoon wordt gehoord, net als alle betrokkenen, om de juiste keuze te kunnen maken.”

De wijkgedachte staat voorop in de hele samenwerking: “We zouden kunnen samenwerken met een woonzorgcentrum verder weg, maar dat doen we niet. Onze bewoners wonen hier in veel gevallen al jaren, ze kennen de buurt en de diensten in de omgeving dus door en door. Wanneer bewoners naar Sint-Vincentius verhuizen, blijft het contact met de vroegere huisgenoten ook verzekerd”, aldus Johan Warnez. “Het woonzorgcentrum moet een publiek toegankelijk plaats zijn waar mensen gelukkig zijn en zinvol sociaal contact krijgen. We pinnen ons niet vast op een doelgroep, de buren zijn dus zeker altijd welkom, net als andere mensen uit de wijk”, zegt Eveline Breye. Johan Warnez: “Met de impuls van Zilver aan zet willen we onze buurtwerking verder uitbouwen. Het doel is om lokale verenigingen, vrijwilligers en de buurt nog meer te betrekken.” Ik ben ervan overtuigd dat we van de ouderen nog veel kunnen leren. We moeten een forum creëren en de participatie van de hele buurt nog verbeteren. We blijven streven naar positieve beeldvorming van de ouderenzorg in de brede zin van het woord”, besluit Eveline Breye.