welzijn & zorg

'Na een verkeersongeval ben je niet meer dezelfde'

Verkeersslachtoffer Hilde getuigt
23.10.2020
Foto's
Bob Van Mol

In 2019 stierven 600 mensen in het verkeer, 37.000 anderen raakten gewond. Maar wie een ongeval overleeft, is vaak getekend voor het leven. Zoals Hilde Vanchaze, die in 2016 een zwaar motorongeval had, en haar man, die alles zag gebeuren.

In mei 2016 trokken Hilde en Jan – doorgewinterde motards – naar Wallonië voor een ontspannende motorrit. “Op een weg met een snelheidslimiet van zeventig reed ik vierenvijftig toen een Range Rover voor mij plots stopte om naar links te draaien”, vertelt Hilde. “Ik probeerde hem nog te ontwijken, maar mijn volledige linkerkant werd door de auto geraakt en ik werd in de berm gekatapulteerd. Van dat moment herinner ik me ontzettend veel pijn. En tranen en woede, omdat de bestuurster van die auto geen richtingaanwijzers had gebruikt en plots was gestopt.”

Gouden getuige

Jan, die achter haar reed – en die alles had gezien en gehoord via de headset – regelde met omstaanders het gebeuren ter plekke. “Ik was blij toen ik haar hoorde roepen van de pijn,” zegt hij, “want dat ze nog kon roepen, dat was al iets.” Intussen ontfermde ook een getuige zich over Hilde. “Ik kan niet zeggen wat zij voor mij betekend heeft”, zegt Hilde. “Ze bleef tegen mij praten tot de ambulance er was, op een heel rustige manier. Daardoor werd ik kalm en minderde de pijn.”

Lijdensweg 

Er wachtte Hilde een zware revalidatie, die nog steeds niet achter de rug is. Ze had een zware hersenschudding, een gebroken borstbeen en ribben, en haar knie en onderbeen waren verbrijzeld. Het werd een lijdensweg. “Ik kon niet spreken van de pijn en begon een dagboek te schrijven om te communiceren, en als verwerking. Ondertussen kreeg ik te horen dat ik me moest voorbereiden op een revalidatie van minstens anderhalf jaar. Opnieuw kunnen stappen was een vraagteken. Toen drong pas echt door wat mij was overkomen, en hoe serieus het ongeval geweest was. Tot dan had ik gedacht dat ik een paar maanden later weer op mijn motor zou zitten”, zegt Hilde. 
Ze werd geopereerd en mocht na tien dagen naar huis. Maar hoewel ze blij was dat ze weer naar huis kon, was ze daar niet op voorbereid. “Er was niets geregeld en plots moest ik alles zelf doen. Maar ik kon zo goed als niets. Jan en mijn zoon – die elf was – moesten voor mij zorgen. Een kind dat zich sterk houdt voor zijn mama, dat vond ik confronterend. Ook mijn ouders werden opnieuw mijn zorgfiguren. Onze relatie veranderde van de ene dag op de andere.”

Mentale klap

Anderhalf jaar na haar ongeval kon Hilde weer stappen. Maar met veel pijn, onder meer door een botruptuur aan haar voet als gevolg van het ongeval, die toen pas aan het licht kwam. Ook mentaal kreeg Hilde een klap. “Op dat moment kwam het nieuws dat ik uitbehandeld was, terwijl ik nog worstelde met pijn. Tot dan had ik alleen maar willen leven, maar toen werd het leven een vraagteken voor mij. Ik kreeg donkere gedachten, hoewel ik eigenlijk een heel positief iemand ben.”
“Uiteindelijk hebben mijn zoon, familie en vrienden ervoor gezorgd dat ik bij mezelf terug kracht vond. Ik ging in therapie, leerde weer fietsen en autorijden en kreeg stilaan weer zin in het leven.”

Een ander leven

Door het ongeval kijkt Hilde vandaag anders naar het leven. “Als ik terugdenk aan mijn ongeval, kan ik nog altijd boos worden”, zegt Hilde. “Eens te meer omdat ik volgens de rechtbank in fout bleek – ook al stopte die wagen zo plots en ook al gebruikte de bestuurster geen richtingaanwijzers. Je moet altijd kunnen stoppen. Dat oordeel was hard. Want ik voel me wel degelijk slachtoffer. Mijn leven is sindsdien totaal veranderend. Ik verloor mijn job, moest een appartement zoeken met een lift en ben al vier jaar aan het revalideren. We zouden opnieuw naar de rechtbank kunnen stappen omdat de bestuurster naar links draaide op een doorlopende lijn, maar daar hebben wij de energie niet meer voor.”
“En ik weet dat boosheid niets oplevert”, zegt Hilde. “Daarom focus ik op het positieve. Ik maak me niet druk meer om futiliteiten en ik ben dankbaar voor de dingen die ik nog wel kan. Zo getuig ik als vrijwilliger bij Rondpunt vzw in middelbare scholen en maak ik jongeren bewust van het belang van verkeersveiligheid. Dat geeft voldoening. Door mijn ervaring in het ziekenhuis en mijn thuiskomst, bracht het ziekenhuis een brochure uit met tips die ik schreef over hoe de thuiskomst na een ongeval vlotter kan verlopen. Ook daar ben ik fier op. En ik geniet ook intens van de kleine dingen in het leven en van mijn zoon, die door het hele gebeuren heel zelfstandig is geworden, en levenswijs. 
Of Hilde nog droomt van motorrijden? “Velen verklaren me voor gek, maar dat is nog steeds mijn doel en mijn droom”, lacht ze. “Na het ongeval verkocht ik mijn motor, en ik probeerde al te rijden, maar dat lukte nog niet met mijn voet. Een van mijn motorvriendinnen kocht onlangs een nieuw jasje, dat ze bewaart voor de dag dat we ons eerste motorritje samen kunnen rijden. Naar die dag kijk ik uit.”  

Was jij net als Hilde betrokken bij een ongeval? www.slachtofferzorg.be biedt info en hulp en heeft een aparte pagina over verkeersongevallen.