welzijn & zorg

'Je kan het leven niet kneden naar jouw wensen'

De essentie volgens Michael De Cock
29.03.2019
Foto's
Stephan Vanfleteren

Michael De Cock is acteur, theatermaker en artistiek leider bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel. Daarnaast schrijft hij geregeld opiniestukken. 

Wanneer we Michael spreken, zijn de donderdagse klimaatmarsen volop in de actualiteit. Het valt hem op hoe kritisch volwassenen kijken naar de jongeren die op straat komen. “Ik schrik ervan hoe een mens op een bepaald moment blijkbaar verandert in iemand die de jeugd niet meer begrijpt en niet meer naar hen luistert. Ik ben zelf de 45 gepasseerd, maar ik zie het toch als een vorm van leeftijdsdiscriminatie om als volwassene te willen bepalen wat de jeugd moet en mag, en vooral niet mag. De jeugd is altijd al op straat gekomen voor haar idealen. Maar als ze dan twintig jaar ouder  zijn lijken ze niet meer te begrijpen wat de motieven van hun verzet waren.”
“Ik wil daarmee niet zeggen dat je jongeren geen raad mag geven, of een bepaald kader kan bieden. Maar luister toch naar hen! Ik vergader ook regelmatig met jonge mensen, en stel me dan ook wel eens vragen met mijn 20 jaar ervaring in mijn achterhoofd. Maar zij zijn de toekomst. Als je hun oproep om dingen anders aan te pakken de kop wil indrukken, zal je altijd verliezen. Wie daar kritiek op wil hebben, raad ik aan om eens in de spiegel te kijken.”
“Wij wisten niet op voorhand dat we vijf kinderen zouden krijgen. Ik geloof niet dat je je leven volledig kan plannen. Dat is niet hetzelfde als denken: we zien wel. Maar het heeft geen zin om te veel te plannen. Als ik mensen veel plannen hoor maken, is mijn raad: reken er niet op dat het zo zal gebeuren. Je kan het leven niet kneden naar jouw wensen. Een beetje sturen kan, maar het is vaak interessanter om de stroom van het water te volgen. Want als je ergens je zinnen op zet en het lukt niet, dan word je ongelukkig. Mijn vrouw had een grote kinderwens. Vijf kinderen is superfijn, als het goed gaat. Soms is het natuurlijk ook druk, en betekent het heel wat zorgen en stress. Ik heb wel al vaak gehoord dat kinderen die in een groot gezin opgroeien daar als volwassene heel positief op terugkijken.”
Heeft Michael grote levenslessen die hij probeert door te geven aan zijn kinderen? “Nee, die heb ik eigenlijk niet. Ik probeer mijn kinderen wel de waarden van generositeit, eerlijkheid en solidariteit mee te geven. Passie ook. Vertrouwen in jezelf, en in de wereld. Het is niet evident om geen angst te hebben. Ik heb geen strak opvoedingsplan. Als je regels opstelt en je kan je er niet aan houden, valt het al in duigen.” 
"Liever een keer te veel bedrogen, dan een keer te weinig vertrouwd."
Daden wegen zwaarder dan woorden
“Ik ben wel streng, omdat dat is wie ik ben. Maar ik geloof ook in responsabilisering. Je voedt op zoals je bent, eerder dan hoe je wil zijn. Ik denk dat je eerder opvoedt ondanks jezelf, dan dankzij jezelf: je kan je eigen gebreken niet verdoezelen voor je kinderen. Ze weten perfect wat je zwakke plekken zijn. Zijn we slachtoffers van onze genen of niet? Die discussie is zinloos, we zijn zowel ‘nature’ als ‘nurture’. Ik wil niet defaitistisch doen. Het is niet omdat je vader je moeder slaat, dat jij dat ook gaat doen. Maar als je vader dat doet, en dan zégt dat je dat eigenlijk niet mag doen, dan zullen zijn daden toch zwaarder doorwegen dan zijn woorden. In die zin ben ik voor het principe ‘lead by example’: maak dat je gedrag een voorbeeld is voor je kinderen. Practice what you preach. Kinderen imiteren het gedrag van hun ouders.” 
Fascinatie voor kwetsbaarheid
Een aantal jaren geleden schreef Michael een boek over het levenseinde. Hij bezocht toen verschillende plekken waar palliatieve zorg gegeven wordt. “Ik had op voorhand niet echt een goed idee van hoe dat soort zorg verloopt, maar heb veel bewondering gekregen voor de aanpak, en de tijd die men ervoor neemt. De relaties met de mensen tijdens mijn tijd op palliatieve zorg vond ik heel intens. Het afscheid en de dood interesseren me, die kwetsbaarheid fascineert me. In die laatste levensfase zie je die mensen zonder geschiedenis. Mijn gsm ging op die momenten uit en pas uren later kwam ik buiten. Het leek alsof de tijd er vernauwde. Zorg draait vaak om tijdsschema’s, om meten en cijfers… In de palliatieve zorg niet. Daar probeert men dat net te doorbreken. Soms namen ze de tijd om gewoon rond de tafel te zitten met de patiënten. Het zou mooi zijn als de hele zorg zo georganiseerd zou zijn, maar ik vrees dat dat financieel niet haalbaar is. We zijn hier in het Westen niet goed in rouwen. Alles is geformatteerd. Je krijgt een beperkt aantal dagen vrij van het werk en dan moet je weer meedraaien in de ratrace. Terwijl rouw voor veel mensen langer duurt.”
Geen betonnen grenzen
Een van de laatste onderwerpen die we aansnijden, is migratie. Een van de stokpaardjes van Michael. “Iedereen lijkt bezig met migratie in theorie proberen te organiseren, maar ondertussen komen die mensen hier wel binnen, en wat gebeurt ermee? Er wordt veel gepraat, maar weinig opgevangen. We kunnen grenzen niet betonneren, dus we moeten er op een realistische manier mee leren omgaan. Een realistisch beleid zal veel facetten moeten hebben, waaronder grenscontroles en een terugkeerbeleid. Maar wat doe je ondertussen met de mensen die hier zijn? Hoe vang je ze menselijk op, hoe informeer je ze en hoe krijg je ze in een actieve positie in de maatschappij? Op dit moment lijkt elk Europees land hen liefst zo snel mogelijk terug over een grens te willen zetten. Op deze manier slaat migratie willen controleren nergens op.” 

“We hebben vroeger veel arbeidsmigranten naar hier laten komen. Vervolgens zijn we er niet zo goed mee omgesprongen, wat ons een joekel van een socio-economisch probleem opleverde. We moeten eerlijk zijn met onszelf. Over migratie beslissen we niet alleen. We zijn maar een van de spelers, samen met andere landen. Het lijkt wel alsof wij alles mogen, en dat onze vrijheid heilig is, maar ondertussen beknotten we wel de vrijheid van anderen. Wij mogen overal binnen, en anderen niet. Zo werkt het toch niet.”
Speelse ontvankelijkheid
“Misschien ben ik naïef, maar ik vind naïviteit ook wel een kwaliteit. Je moet ontvankelijk zijn voor wat er op je pad komt. Dat wil niet zeggen dat je alles moet proberen, maar je moet jezelf niet te veel beknotten daarin. Soms voel ik me niet ouder dan 18. Dat heeft te maken met mijn speelse job. Liever een keer te veel bedrogen dan een keer te weinig vertrouwd. En ik heb liever spijt van dingen die ik gedaan heb, dan van dingen die ik niet gedaan heb.”