welzijn & zorg

Aantal mensen in armoede blijft stabiel

Andere indicatoren tonen verslechtering van armoedesituatie

In 2017 leefde 15,9% van de Belgische bevolking in een gezin met een inkomen onder de armoederisicogrens. Dat zijn ongeveer 1.798.000 Belgen. In het Vlaams Gewest ging het om 9,8% van de bevolking of circa 640.000 personen. Deze cijfers blijven al jaren min of meer stabiel. Uit andere indicatoren blijkt echter dat de armoedesituatie verslechtert. Dat blijkt uit onderzoek dat aan de basis lag van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting van de Universiteit Antwerpen. 

Meer mensen ontvangen een leefloon, en de onzekerheid bij groepen als laaggeschoolden, eenoudergezinnen en nieuwkomers groeit. De Voedselbanken zagen het aantal begunstigden toenemen met 10% tegenover 2016. 
Herverdelend beleid
Uit een analyse van het beleid sinds 1992 blijkt dat het systeem van belastingen en uitkeringen sinds dat jaar herverdelend heeft gewerkt, en dus genereuzer is voor gezinnen aan de onderkant van de samenleving. Sinds de regering Michel is er echter een trendbreuk waar te nemen. Bepaalde maatregelen kwamen vooral de hogere middenklasse ten goede en de verhoging van de BTW van 6% naar 21% had het grootste negatief effect op de lagere inkomens. 
Als het over positieve ingrepen gaat wijzen de onderzoekers op het verder werken aan automatische rechtentoekenning, verplichte toepassing van derdebetalersregeling bij patiënten met verhoogde tegemoetkoming, extra sociale woningen en extra kinderopvang.
Deze inspanningen zijn echter onvoldoende. De regering beloofde minimumuitkeringen op te trekken tot boven de armoederisicogrens, maar  die belofte zal men deze legislatuur niet meer kunnen inlossen.
Uitkeringen en jobs
Het beleid is selectiever en voorwaardelijker geworden. Uitkeringen zijn verstrengd en gaan gepaard met contracten met rechten en plichten, met mogelijke sancties. Rechthebbenden deinzen er daarom soms voor terug om een leefloon aan te vragen.
Het mantra 'jobs, jobs, jobs' van de huidige regering lijkt vooral te mikken op wie al een job heeft en wil bijverdienen. Daarnaast zijn er projecten voor tijdelijke werkervaringen, maar het is nog maar de vraag of er daarna ook nog een voldoende groot aanbod aan kwalitatieve jobs is. Daarnaast ruimen extra jobs de drempels tot de arbeidsmarkt nog niet uit de weg voor mensen met een migratieachtergrond, of voor (alleenstaande) ouders met een kind met een beperking.
Onderbescherming blijft een groot probleem
Onderbescherming blijft nog steeds een groot probleem. Slechts 10 à 20% van de nieuwkomers zonder wettig verblijf doet een beroep op dringende medische hulp. Er blijven voor hen heel wat drempels naar de toegang tot de gezondheidszorg. De onderzoekers pleiten voor nog meer proactief handelen: dit is de belangrijkste hefboom tegen onderbescherming. De onderzoekers zijn dan ook verheugd over de maatregelen van minister Jo Vandeurzen die elke gemeente oplegt vanaf 2019 Geïntegreerd Breed Onthaal te voorzien, zodat de rechten van zoveel mogelijk burgers gerealiseerd kunnen worden.
Wonen en mobiliteit problematisch voor lagere inkomens
Wonen blijft problematisch voor wie huurt in de private huursector. Inkomensarme private huurders scoren het slechts op woonkwaliteit: ze betalen te veel in verhouding tot hun inkomen, wonen vaak te klein en in ongezonde woningen. 
Ook mobiliteit is een heikel punt voor wie arm is. Mensen in armoede beschikken minder vaak over een wagen, en gebruiken vaker het openbaar vervoer, wat veel minder flexibel is: ze kunnen minder jobs, winkels, familie en andere bestemmingen bereiken. Het aantal jobmogelijkheden ligt in Vlaanderen 72% lager voor wie geen rijbewijs heeft. Onderzoekers merken ook op dat de ingrepen voor een duurzaam mobiliteitsbeleid - zoals lage-emissiezones - een extra rem zijn op de mobiliteit van kansengroepen. Duurzaam mobiliteitsbeleid mag niet blind zijn voor ongelijkheden en moet voor iedereen mogelijkheden scheppen om zich duurzaam te verplaatsen. 

https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/oases/jaarboek-armoede-oases/