welzijn & zorg

“Eindelijk kreeg ik de kans om mijn leven te verbeteren”

Sandra genoot als eerste Mechelaar van het Vlaams Noodkoopfonds
26.05.2023
Foto's
Bob Van Mol

De houten voordeur is wat kromgetrokken en opent daardoor moeizaam. Een groot verschil met de vlotheid waarmee Sandra (60) haar huis met al zijn gebreken toont en over haar leven in armoede vertelt. “Geld om te renoveren was er lange tijd niet. Met het project Mechelen knapT OP kan ik nu eindelijk wat beter wonen.” 

“Ik heb het moeilijk om financieel rond te komen, maar ik schaam me daar niet voor”, zegt Sandra. “Ik weet dat ik altijd mijn best heb gedaan. Maar als je arm bent, is het moeilijk om het tij te keren. In 2004 werd het huurhuis waarin ik samen met mijn vier kinderen en partner woonde verkocht. Wij konden de vraagprijs niet betalen, dus moesten we op zoek naar een andere huur- of koopwoning. Ons oog viel op dit rijhuis aan het water. We konden het net kopen. Het huis dateert uit 1899 en heeft veel gebreken. Die zouden we gaandeweg aanpakken.”

“Na tien jaar vertrok mijn partner. Ik bleef in het huis en kocht hem uit. Vanaf dat moment stond ik er alleen voor met vier volwassen kinderen. Hoewel ik fulltime werkte, kwam ik niet rond. Laat staan dat ik kon sparen om het huis te renoveren. Dat was nochtans nodig. Doordat het aanpalende huis gesloopt was, vloog de warmte langs die vrijstaande en nauwelijks geïsoleerde muur gewoon het huis uit. Mijn energiefactuur was hoog, maar binnen bleef het koud en vochtig. Ook het dak van de badkamer lekte. Als het regende moest je tussen de druppels door naar het toilet. Op de vloer stonden kommen om het regenwater op te vangen. ’s Nachts hield het getik ons wakker.”

“Mijn kinderen en ik hebben vaak rond de tafel gezeten. Hoe konden we onze situatie verbeteren? We overwogen om ons in te schrijven voor een sociale woning. Maar dan mag je geen eigendom hebben. Ik zou dit huis moeten verkopen. Vervolgens kom ik op een wachtlijst voor enkele jaren. In die periode moet ik dan huren. Maar de huurprijs van een woning bedraagt meer dan de maandelijkse hypotheek die ik nu aflos. Het is geen optie.”

“Als je in armoede leeft, gaat er geen dag voorbij zonder zorgen. Toen twee jaar geleden het project Mechelen KnapT OP aan mij werd voorgesteld, kreeg ik eindelijk een kans om mijn wooncomfort te verbeteren. Ik zou met de financiële hulp van het OCMW mijn huis gedeeltelijk kunnen opknappen. Ik stelde me kandidaat en was euforisch toen de goedkeuring kwam: mijn huis kon voor 30.000 euro gerenoveerd worden. Een technische begeleider bepaalde welke werken het dringendste waren. Hij kon voor dat geld de zij- en achtergevel isoleren en een nieuw dak leggen boven de badkamer. In de budgettering werd ook rekening gehouden met renovatiepremies. Daardoor was er nog ruimte voor twee nieuwe ramen en een glazen achterdeur zodat ik meer licht in de keuken zou hebben. De afbetaling zou pas over 20 jaar starten, als de hypotheek van de woning is afgelost.”

“De werken zijn een aantal keren uitgesteld. Dan kwam de sociale begeleidster langs om uit te leggen waarom iets vertraging opliep. Ik kon bij haar ook altijd terecht met vragen en bezorgdheden. Die ondersteuning was nodig, want tussen het moment van intekenen en de volledige afwerking zit ongeveer twee jaar. De zijgevel werd ondertussen al geïsoleerd en het dak van de badkamer is af. Je kan niet geloven hoe opgelucht ik was bij de eerste regenbui. Plotseling hoefde ik niet meer bang te zijn om uit te glijden op de badkamervloer.” 

“Op dit moment staan de stellingen nog in mijn tuin om de achtergevel te isoleren en is het wachten op de ramen en de deur. Tegen de zomer zou alles af moeten zijn. Het doet deugd om eindelijk eens gezien te worden en ergens terecht te kunnen. Ik heb in mijn leven altijd het gevoel gehad dat ik er alleen voor stond. Ik kan dat idee nu bijstellen en dat is geweldig.” 

 

“Wij dromen van een woonbeleid waar iedereen beter van wordt”

Een eigen woning hebben en toch arm zijn. Dat kan. Voor sommige mensen is een huis kopen betaalbaarder dan er een te huren. Ze worden noodkopers genoemd. Doordat ze hun hele budget nodig hebben voor de aankoop, kunnen ze niet meer renoveren. Ze leven daardoor in slechte omstandigheden. Het Vlaams Noodkoopfonds wil de woonkwaliteit van noodkopers verbeteren.

Vlaanderen telt zo’n 120 000 noodkopers. “Dat zijn mensen die – net als Sandra – geen geld hebben om hun bouwvallig huis op te knappen”, legt Annelien Colson van SAAMO Oost-Vlaanderen uit. “En hoewel de Vlaamse regering premies aanbiedt aan wie zijn woning wil renoveren en energiezuiniger maken, hebben die noodkopers daar weinig aan”, voegt Klaas Poppe van SAM vzw, Steunpunt Mens en Samenleving, eraan toe. “Bij die premies is het zo dat je eerst de werken financiert en later een gedeeltelijke terugbetaling aanvraagt. Net daar knelt het schoentje. Vooruitbetaling is voor noodkopers onmogelijk.” 

Hoe schrijnend zijn de woonomstandigheden van de noodkopers?

Colson: “Noodkopers wonen in huizen die niet voldoen aan de minimale wooneisen. Het gaat om huizen waar het dak lekt, opstijgend vocht schimmels op de muren veroorzaakt, en de isolatie ondermaats is. Leven in een slecht huis heeft niet alleen gevolgen op de gezondheid en het psychisch welzijn. Het haalt ook de kansen op de arbeidsmarkt en de schoolresultaten van kinderen naar beneden.”

 

Dampoort KnapT OP

Met het Gentse project Dampoort KnapT OP werd noodkopers voor de eerste keer een hand gereikt?

Colson: “Net als de rest van Vlaanderen kent ook Gent een groeiend aantal noodkopers. Met verschillende organisaties hebben we gezocht hoe we hen konden helpen. Zo is Dampoort KnapT OP ontstaan, een experiment dat noodkopers duurzame financiële middelen aanbiedt in combinatie met intensieve begeleiding. Het OCMW van Gent stelde 300.000 euro ter beschikking om tien huizen te renoveren. Het gaat daarbij niet om een lening, maar om een rollend fonds. Dat wil zeggen dat het geïnvesteerde budget pas naar de stad terugkeert als de woning van eigenaar verandert.”

Welke aanpassingen werden met dat budget gedaan?

Poppe: “Met dat geld hebben ze ervoor gezorgd dat de tien geselecteerde woningen nu aan de minimale wooneisen voldoen. We hebben eerst structurele aanpassingswerken gedaan en waar het financieel nog kon, ook energiebesparende ingrepen uitgevoerd. We hebben in Gent gemerkt dat zelfs met dat beperkte budget woningen gigantisch kunnen worden verbeterd.” 

Er was ook aandacht voor sociale begeleiding. Waarom was die belangrijk?

Colson: “Wie in zijn leven al eens gerenoveerd heeft, weet hoeveel stress daarbij komt kijken. Als sociaal begeleider leg ik aan de noodkopers de bouwtechnische aanbevelingen in mensentaal uit. Soms vertaal ik ook letterlijk. Mensen hebben ook snel het gevoel dat alles boven hun hoofd wordt beslist. Ik luister naar hen en zorg ervoor dat ze blijven geloven in dat traject.”

Het Vlaams Noodkoopfonds

Het Dampoort KnapT OP-project werkte inspirerend. In 2019 richtte de Vlaamse regering het Vlaams Noodkoopfonds op. Geïnteresseerde gemeenten kunnen sinds 2020 intekenen. En zo ontstonden – net als in Mechelen – her en der nieuwe opknapprojecten met een eigen naam. “We zijn blij dat de Vlaamse regering dat Noodkoopfonds gecreëerd heeft en daarmee ook het probleem erkent”, zegt Poppe. Ruim 400 woningen zijn ondertussen opgeknapt of zitten volop in een renovatieproces.

Werkt het Vlaams Noodkoopfonds op exact dezelfde manier als het Dampoort KnapT OP-project?

Poppe: “Neen. Zo heeft Vlaanderen niet gekozen voor een rollend fonds, wel voor een traditioneel leensysteem. Daarbij krijgen noodkopers een renteloze lening. Na 20 jaar start een afbetalingsplan. Wij hebben ook sterk gepleit om gemeenten werkingsmiddelen te geven om noodkopers te begeleiden. Bij de opstart waren die er niet. Ondertussen krijgt een gemeente 3.000 euro per dossier. Het ontbreken van werkingsmiddelen was zeker een reden waarom gemeenten in het begin maar mondjesmaat intekenden op het fonds.”

Het project kende inderdaad een voorzichtige start?

Colson: “Daar zijn meerdere redenen voor. Om te beginnen was het fonds aanvankelijk nog niet bekend genoeg. Dat is ondertussen veranderd. Er worden volop webinars en infomomenten georganiseerd, er zijn draaiboeken zodat niet iedere gemeente opnieuw het warm water moet uitvinden. Daarbij is het ook een vernieuwende manier van werken waar soms argwanend naar gekeken wordt. Vaak denken gemeenten dat noodkopers zelf het renovatiebudget ter beschikking krijgen, maar dat is niet zo. Het geld wordt voor hen beheerd. Bovendien is het een project waarvan je het resultaat pas ziet op lange termijn en waarbij het maar om een beperkt aantal gezinnen gaat. Soms kiezen besturen voor projecten waar meer mensen mee geholpen zijn.”

Hoe hopen jullie dat het Vlaams Noodkoopfonds verder evolueert?

Poppe: “We hopen dat het fonds op termijn gebiedsdekkend wordt. We zitten met 120.000 noodkopers. We bereiken maar een bescheiden aandeel. Of je al dan niet kan genieten van dat fonds hangt af van waar je woont. Kiest jouw gemeente om in te tekenen, dan heb je geluk. Daarnaast hopen we dat Vlaanderen meer inzet op begeleiding. Voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving is het leven op veel vlakken niet evident. Daar nog renovatiewerken bij nemen is voor hen soms een brug te ver.”

Naar een innovatief woonbeleid

Dampoort KnapT OP en Het Vlaams Noodkoopfonds zijn mooie projecten. Volgens Poppe zijn het tussenstappen naar een heel nieuw woonbeleid. Volgens hem heeft Vlaanderen in het verleden te veel ingezet op individuele eigendomsverwerving. “Ik droom van een woonbeleid dat ook rekening houdt met de kwetsbare groepen in onze maatschappij. Het woonbeleid omgooien is bovendien niet alleen vanuit sociaal oogpunt belangrijk, maar biedt ook kansen op ecologisch vlak.”

Hebben sociale en ecologische organisaties de handen in elkaar geslagen?

Poppe: “Wonen is een van de meest fundamentele behoeftes die mensen hebben. Wie slecht woont, heeft meestal ook op andere vlakken problemen. Dat dit thema bij sociale instanties hoog op de agenda staat is dus niet verwonderlijk. Maar ook bij ecologische organisaties zijn individueel woningbezit en ruimtelijke ordening belangrijk. Daarom hebben we beslist om samen onze stem te laten horen. Onze woonmarkt is ziek, maar tegelijkertijd ligt daar een kans om een grote ecologische sprong voorwaarts te maken.”

Jullie ontwierpen samen een visietekst.

Poppe: “Samen met Oikos en Reset.Vlaanderen, twee organisaties die zich inzetten voor duurzaamheid, schetsen we een ideaalbeeld op lange termijn. Welke mogelijkheden liggen daar? Welke alternatieve woonvormen zijn er? Wat verwachten we van de overheid? Zo vragen we om meer in te zetten op collectieve oplossingen. En we verklaren waarom het belangrijk is om te streven naar een evenwicht tussen de private en de sociale woonmarkt.”

Wat is volgens jullie een van de belangrijkste dingen die moeten gebeuren?

Poppe: “Er moeten meer sociale woningen bijkomen. Als we kijken naar onze buurlanden dan hebben wij een grote achterstand. Meer sociale huisvesting biedt ook de kans om efficiënter te renoveren en collectief energiezuinige systemen aan te leggen. Op grote schaal al die daken van zonnepanelen voorzien bijvoorbeeld. Daarnaast vinden we dat er op de private huurmarkt, en deels ook op de eigendomsmarkt, meer moet geïnvesteerd worden om de woonkwaliteit omhoog te trekken en de betaalbaarheid te garanderen.”

Wat hopen jullie te bereiken?

Poppe: “Wij willen onze visie verspreiden en debat op gang brengen. Om mensen te inspireren, nieuwe projecten te doen ontstaan, bestaande projecten te laten groeien. Maar bovenal is onze visietekst een groot appel aan de overheden die de verantwoordelijkheid dragen. Wonen is een grondrecht, waar helaas nog niet iedereen van geniet.”