welzijn & zorg

“Een depressie is een diepe put met een lange ladder: trede per trede kom je eruit.”

De essentie volgens Guy Swinnen
24.03.2023
Foto's
Stephan Vanfleteren

Guy Swinnen is bij velen gekend als frontman van de band The Scabs. Maar hij is ook al vanaf het begin betrokken bij het Te Gek?!, het project dat geestelijke gezondheid bespreekbaar wil maken. Hij schreef een nummer voor de eerste cd en werkte mee aan verschillende muziekvoorstellingen. Sinds 2010 is hij ook peter van Te Gek?!

Psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael in Diest nam bijna twintig jaar geleden het initiatief om te starten met project Te Gek?! “Als er vroeger in Diest over Sint-Annendael gesproken werd, ging het meestal over die ‘zotten’ of ‘alcoholiekers’”, steekt Guy van wal. “Maar toen ik daar zelf op bezoek ging, merkte ik meteen dat het allemaal mensen zoals jij en ik waren. Ze hadden gewoon de pech zich even wat minder goed te voelen.”

“Toen ze me vroegen om een lied te schrijven voor de eerste cd van Te Gek?! zat ik zelf ook in een depressie. Ik wilde graag meedoen, omdat ik ook echt last had van het stigma dat er rond de ziekte hangt: mensen beginnen je te mijden, ze lopen in een boogje om je heen. Depressie is in een heel diepe put zitten, met een lange ladder. Het is aartsmoeilijk om zelfs maar op de eerste trede te gaan staan. Ik heb toen tegen mezelf gezegd: ik leg de lat niet hoog. Doe ik één stap, dan is dat één stap. Doe ik er geen, ook goed. Doe ik er vandaag drie, en morgen twee naar beneden, dan heb ik er nog altijd eentje gewonnen.”

“Ik ben in die periode gevlucht. Figuurlijk, maar eigenlijk ook letterlijk: ik ging apart wonen van mijn vrouw en nam mijn intrek in een kleine boswachterswoning. Dat leek me op dat moment perfect, het isolement trok me aan. Ik dacht dat het me deugd deed, maar eigenlijk was het een bubbel waarin ik vluchtte. Ik begon veel te blowen, leefde vooral ’s nachts. Ik leefde van optredens in kleine cafés. In het begin sliep ik enkel in het weekend tot de namiddag, maar na een tijd gebeurde dat in de week ook.”

Is het wel tof?

“Stilaan werd ik wantrouwig in de omgang met andere mensen. Wanneer iemand gewoon iets vertelde, zocht ik er iets achter. Voor ik zelf begon te praten, dacht ik drie keer na hoe een ander het zou kunnen opvatten. Op een bepaald moment besefte ik: dit ben ik niet. Normaal gezien flap ik er iets uit, en klinkt het niet dan botst het maar. Ik besefte dat er iets scheelde. Toen ben ik naar de huisdokter gestapt. Die raadde me de combinatie van therapie en medicatie aan. Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb een achttal maanden medicatie genomen, maar ik voelde me wel erg afgevlakt. Als ik muziek moest spelen, werd ik niet meer enthousiast. Mijn medemuzikanten zeiden: tof hè? En ik kon me alleen maar afvragen: is het wel echt tof? Mijn eerste soloplaat was heel donker en zwaar.”

Knopen ontwarren

“Mijn eerste therapeut was nogal oordelend. Toen ik toegaf dat ik nogal veel weed rookte, zei hij: dat is niet goed, dat mag niet. Natuurlijk wist ik dat dat niet goed was, maar het voelde op dat moment voor mij als de laatste strohalm. Ik ben dan overgeschakeld naar een andere therapeut van dezelfde praktijk, en haar aanpak was helemaal anders. Zij confronteerde me met tegenstellingen in mezelf en deed me dingen inzien. Ik had het gevoel dat er totaal verstrengeld touw vol knopen in mijn hoofd zat, en zij slaagde erin de knopen te ontwarren.”

“Vluchten in drank en drugs is eigenlijk langzaam zelfmoord plegen. Je maakt jezelf kapot. Isolement maakt dat je een eigen wereld met waanbeelden creëert, die geen link meer heeft met de werkelijkheid. Ik heb nooit een psychose gehad. Maar als ik daarover hoor praten, denk ik dat ik daar wel naar aan het evolueren was. Ik realiseerde me dat ik iets moest veranderen. Op een bepaald moment was ik zo moedeloos dat ik me er zelfs niet meer toe kon zetten om de afwas te doen. Een gezonde mens kijkt daar ook wel eens tegenop, maar die is blij als de borden weer proper zijn. Als je depressief bent, heb je zelfs dat niet. Dan denk je achteraf: straks staat hier weer afwas. Hetzelfde met het gras maaien. Wie gezond is denkt: kijk, wat een mooi proper gazonnetje. Ik dacht: binnen een maand staat het weer kniehoog.”

“Ik probeerde op tijd te gaan slapen, minder te blowen. In het cafécircuit komen mensen om pinten te drinken en horen ze liefst de bekende hits. Ik speelde dan rustige, een beetje trieste nummers, en die konden dan natuurlijk niet rekenen op veel enthousiasme. Ik dacht in het begin dat het aan mij lag: het nummer is niet goed, of ik breng het niet goed. Maar achteraf besefte ik dat het aan de situatie lag. Als ik thuiskwam was ik wel blij dat ik gespeeld had. Vaak dronk ik mezelf vooraf ook moed in, en moest ik mezelf achteraf ook ‘belonen’ voor mijn prestatie.”

Paden in je brein

Hij zag in dat hij zijn manier van denken moest veranderen. “Je denkpatronen volgen een bepaald pad in je brein. Als je wil stoppen met drinken, dan moet je dat pad wijzigen. Eigenlijk is dat vrij vlot gegaan nadat ik besefte dat ik echt over de schreef ging. Dat gebeurde twintig jaar geleden nadat ik heel dronken in de auto stapte, plots twintig kilometer verder was, en geen besef had van welke route ik genomen had. Ik ben nog rond mijn auto gewandeld om te checken of ik nergens tegen gereden was. Toen besefte ik dat ik echt te veel dronk en ben ik flink geminderd. Ik dronk ook niets meer wanneer ik aan het stuur zat. Drie jaar geleden ben ik dan volledig gestopt. Het stoppen heeft me gek genoeg niet veel moeite gekost. Minderen met blowen was moeilijker.”

Nu hij nuchter door het leven gaat, voelt Guy zich veel frisser. “Sinds ik gestopt ben met blowen, geniet ik van de helderheid in mijn hoofd. Ik heb zin om dingen te doen, ik ruim op, ik maak lijstjes. Ik heb weer focus. Vroeger gebeurde het me wel eens dat ik een kast opentrok, en dat ik niet meer wist wat ik kwam zoeken. Dat is nu veel beter. Een tiental jaar geleden ben ik ook beginnen wandelen, en dat doet me heel veel deugd. Als ik voel dat mijn molentjes weer beginnen draaien, dan ga ik het bos in. Tijdens een wandeling laat ik die gedachten ook de vrije loop. Als ik thuis kom maak ik meteen lijstjes met alles wat ik bedacht heb en waar ik aan denk. Mensen die ik moet contacteren, een boodschap die ik moet doen, plannen voor de verbouwing. Als het op papier staat, is het uit mijn hoofd. En daarna schrappen. Da’s leuk en geeft voldoening.”

Het Swinnetou Spoor

Een aantal jaar geleden startte Guy met het organiseren van wandelingen in samenwerking met Te Gek!? en wandelclub Vos. Te Gek!? organiseerde eerder al wandelingen en omdat ik hier in de streek de wandelpaden goed ken, stelde ik voor mee te helpen met het uitstippelen van de routes. Onderweg kom je bordjes met QR-codes tegen. Als je die scant krijg je een geluidsfragment over de voordelen van wandelen en natuur voor je geestelijke gezondheid, tips of een stukje muziek. We proberen er meer een beleving dan een wandeling van te maken. Er kwamen zo’n 1.500 mensen wandelen op één dag, op wandelingen van zes tot veertig kilometer.”

Guy merkte dat zijn samenwerking met Te Gek?! wel dingen teweegbracht bij mensen. “Mijn verhaal stond toen ook in een speciale bijlage bij De Standaard. Daar werd ik verschillende keren op aangesproken. Mensen kwamen me zeggen dat ze blij waren dat ze niet alleen waren in hun situatie, en dat ook iemand die een succesvol leven als muzikant leidt, er last van kan hebben. En dat is wat Te Gek?! wil doen: het taboe doorbreken, laten zien dat je erover mag praten.”