welzijn & zorg

17:30

Het uur van Leon vzw
26.01.2022
Foto's
Bob Van Mol

“Choreograaf Seppe Baeyens van Leon vzw gaat in het Huis van Culturen in Molenbeek aan de slag met dansers van alle achtergronden en leeftijden. Dans is voor hem een bindmiddel tussen mensen waarbij niet enkel het resultaat, maar zeker ook het proces en de ontwikkelingen die eraan voorafgaan van belang zijn. Met zijn meest recente voorstelling ‘Birds’ trekt hij met het gezelschap Ultima Vez doorheen Europa de straat op, en betrekt ook toevallige passanten in de dans. Met gelijkwaardigheid en inclusie als basis toont Leon vzw dans in zijn meest menselijke, kwetsbare en essentiële vorm.

Seppe startte met een participatieve werking bij Ultima Vez – het dansgezelschap van Wim Vandekeybus - maar bracht deze in juni vorig jaar onder in Leon vzw. “Ik ben zelf niet opgeleid als danser, ik dans instinctief. Dat was bij Ultima Vez ook zo: professionelen en niet-professionelen door elkaar, verschillende generaties en achtergronden. Daar voelde ik vanaf het begin veel affiniteit mee.”

“Ik ben iemand die verbindingen maakt. Tussen verschillende gemeenschappen, domeinen, achtergronden en generaties, en in een universele taal: dans. Iedereen heeft een lichaam. Dat kan je inzetten om te connecteren. Voor mij is een dansstudio een ontmoetingsplek met zo weinig mogelijk barrières. We hebben nu Atelier Leon op zaterdag, dat openstaat voor de buurt. Daar komen elke week mensen van Zonnelied, een vzw die verschillende vormen van ondersteuning biedt voor volwassenen met een handicap. Zonnelied gaat nu ook een dansstudio bouwen omdat ze merken dat het fysieke en motorische aspect echt een meerwaarde is voor hun bewoners. Beweging is sowieso goed voor iedereen, maar voor deze mensen is het daarbovenop ook nog eens een laagdrempelige manier om met andere mensen in contact te komen. Voor theater moet je bijvoorbeeld teksten van buiten leren, en dat maakt het al heel wat minder evident.”

Wat is dans?

“In alles wat wij doen, staat het lichaam centraal. Maar dans kan veel vormen aannemen. Voor mij is zelfs oogcontact al een soort van dans, of een begin van een dans. Iemand die kijkt naar dans is ook betrokken. Het is veel meer dan enkel de dans op de vloer. Daarom noem ik ons atelier ook graag een ontmoetingsplek.”

Mensen met een beperking zitten vaak achter gesloten deuren. Is het niet letterlijk, dan wel figuurlijk. “Onbekend is onbemind”, weet Seppe. “Mensen zijn een beetje bang van wat ze niet kennen. Soms werk ik samen met kinderen uit de lagere school, en met mensen van Zonnelied, en dan zijn de kinderen in het begin wat angstig. Maar na een tweetal uurtjes is dat helemaal voorbij. We proberen los te komen van stereotiepe rollen en patronen, soms keren we de rollen zelfs helemaal om. Iemand met een beperking heeft ook zijn eigen kracht. Elke persoon heeft zijn eigen impulsen, en daaruit ontstaan dialogen. Ik maak een compositie met die impulsen, met respect voor ieders eigenheid. We zetten mensen met verschillende achtergronden bij elkaar, keren rollen om, en bevestigen mensen dan  in hun nieuwe rol, waardoor ze zich beter gaan voelen en een voorbeeld worden voor anderen.” Een voorbeeld? “Soms doen we een oefening: samen stappen en stoppen. Dan moet je als groep beslissingen nemen. Iemand met Down heeft soms meer tijd nodig, en dan moet de groep daar rekening mee houden. Als dat lukt, wordt die persoon bevestigd in zijn traagheid. Die traagheid kan ook een meerwaarde hebben voor de compositie van de dans. Of een kind en een oudere persoon samen. Kind wordt dan choreograaf en oudere persoon de danser. Leon – naar wie onze vzw vernoemd is - is 98 jaar, en soms gaan mensen wat voorzichtiger met hem om, maar dat is niet altijd nodig. Het kind mag vanuit zijn eigen sprong denken, ook al springt Leon niet meer zo hoog. Leon mag daar mee doen wat hij wil. Zo behoudt ieder zijn eigenheid.”

‘Het kost meer moeite, maar het loont de moeite’

Participatie gebeurt niet zomaar vanzelf. Vzw Leon stapt zelf op de buurt toe. “In Molenbeek ben ik zelf naar organisaties uit het jeugdwerk, de welzijnssector en de zorg gestapt en ik heb hen uitgenodigd voor een eenmalige workshop. Ze komen niet vanzelf omdat ze een affiche gezien hebben en je maakt je publiek niet divers door enkel je prijs aan te passen. Netwerker is bij ons een belangrijke functie. Het vraagt wat moeite, maar het loont de moeite.”

Met de voorstelling Birds gaat treedt hij met Ultima Vez buiten de theatermuren. “Theatermuren zie ik ook als barrières”, zegt Seppe. “We spelen buiten, op pleinen, waar dialoog ontstaat tussen onze cast, de muzikanten, het publiek en toevallige passanten. De pleinen worden niet afgesloten, dus we vertrekken vanuit de dagdagelijkse realiteit. Zo verbinden we de lokale gemeenschap met het theatergezelschap met dans als taal. Om dit te doen zoeken we democratische plekken. Geen winkelstraat waar mensen met geld rondlopen. Wel bijvoorbeeld aan de achterkant van een station, waar je voelt dat de stad ook weerspiegeld is in de mensen die er rondlopen. In Brussel kiezen we dus ook niet voor het Muntplein, maar dansen we eerder in Molenbeek op een minder gekende plek, waar de lokale gemeenschap minder aanbod heeft. Daar kan zo’n voorstelling ook nog echt iets veranderen.”

En dat werkt: de voorstelling brengt gemeenschappen bij elkaar. Birds vertrekt vanuit een zwerm vogels. “Dat is een groepsgebeuren,” legt Seppe uit, “er komt geen leider aan te pas.” Processen worden in gang gezet, en op den duur weet je niet goed meer wie bij de cast hoort en wie passant is. Iedereen maakt er deel van uit. Een grote meerderheid van de mensen doet ook gewoon mee, omdat het laagdrempelig is. We nodigen uit, maar we forceren niets.”

“De publieke ruimte is nu vooral van koning auto, dat maakt veel kapot voor de samenhang van een buurt. Ik vind dat de publieke ruimte weer wat meer van de mensen mag zijn. Of geven we onze pleinen zomaar uit handen aan horeca en betalende events? Moet dat niet ‘gewoon’ publieke ruimte kunnen zijn? Wij claimen die ruimte niet met onze voorstelling, maar infiltreren in de dagelijkse beweging en voegen er iets aan toe.”

Artistiek sociaal werk in plaats van sociaal-artistiek werk

Inclusiviteit en interculturaliteit staan kwaliteit niet in de weg, beweert Seppe stellig. “Ik hoor weleens dat ik sociaal-artistiek werk doe. Zelf vind ik het eerder artistiek sociaal werk. Da’s een andere nuance. Ik geef niet toe op artistieke finaliteit omdat ik niet met professionelen werk. Hoe kan een artistiek eindproduct ook zorgen voor sociale cohesie? Dat hoeft niet hoogtechnisch of experimenteel te zijn. Het kan ook vanuit de gemeenschap of samenleving komen. Voor mij is het maatschappelijke belangrijk, dat geeft zin aan wat ik doe. Ik werk niet in een bubbel, maar ben altijd ingebed in het lokale, ook structureel. Ik geloof in een langetermijnvisie. Ik vertrek niet vanuit professionele dansers, maar kom met vijftien mensen met elk hun eigen achtergrond en zorg. Voor mij zijn ze eigenlijk allemaal professionelen, want ze spelen in een professionele productie als we ermee op tour gaan.”

Naast vzw Zonnelied en lagere school de Windroos werkt vzw Leon ook samen met de Cardijnschool, een school voor buitengewoon onderwijs. “Die kwamen een keer per week naar ons atelier, en nu hebben ze zelfs besloten er een vak van te maken op school. Dans staat nu op donderdagvoormiddag vast in het curriculum.

“Daarnaast werken we ook nog met Centrum West, een centrum voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en kinderen; wijkgezondheidscentrum De Brug, en Samen voor Morgen. Die laatste hebben een mobiele keuken, waarmee ze pizza’s gaan bakken met de buurt. Soms zetten we die oven samen met dansatelier Leon en dan kan de buurt komen dansen en koken. Dan zie je dat sommige komen voor de pizza’s, maar weer vertrekken met een interesse in dans. Zo halen we barrières weg. We werken zonder inschrijving, met vrije bijdrage, doen alles in drie talen. Je komt en gaat wanneer je wil, we zijn voor iedereen toegankelijk. We denken niet in hokjes, maar proberen muren neer te halen. Wij komen niet zomaar onze dans aanbieden, maar vragen: wat kunnen we voor mekaar betekenen? De processen zijn belangrijker dan de productie. En ik geloof dat er een danser in ieder van ons zit.”