kinderen & jongeren

Meer kinderen krijgen schooltoeslag

28.01.2020
Foto's
Bob Van Mol

Naar school gaan is best duur. Sommige gezinnen kunnen voor de betaling van de schoolfacturen wat extra hulp gebruiken. In 2019 kregen maar liefst 434.975 kinderen van de Vlaamse regering een financieel duwtje in de rug. Dat zijn 50.000 kinderen extra ten opzichte van het jaar ervoor. Dat duwtje staat bekend onder de naam schooltoeslag. “Dat meer kinderen nu de toeslag krijgen, heeft vooral te maken met de automatisering van het systeem”, zegt Katrien Mertens, projectverantwoordelijke Schooltoeslag.

Sinds het begin van het schooljaar 2019-2020 maakt de schooltoeslag deel uit van het Groeipakket. Tot dan was er een schooltoelage die in handen was van het ministerie van Onderwijs. Maar met de start van het Groeipakket werd ook de schooltoeslag daar ondergebracht. “Een logische stap”, zegt Katrien Mertens, die het hele project coördineerde. “Thematisch past de toeslag perfect binnen het Groeipakket. Dat bundelt maatregelen die gezinnen helpen en kinderen laten groeien.”

Meer uitkeringen
Naast een ander onderkomen, werd er aan de schooltoeslag zelf ook geschaafd. De grootste aanpassing was zonder enige twijfel de automatisering. “Vroeger moesten mensen zelf een aanvraag indienen om de schooltoelage te ontvangen”, legt Mertens uit. “Vanaf dit jaar gebeurt alles automatisch. Daardoor kunnen we ook 70.000 kinderen extra ondersteunen. Veelal gaat het om gezinnen die niet wisten dat ze recht hadden op een financiële tegemoetkoming.”

Maar er is een tweede reden waarom meer mensen van de schooltoeslag kunnen genieten. Ook de berekening waarop de toeslag is gebaseerd veranderde. “Net zoals het ministerie van Onderwijs werken we met een puntensysteem. Een gezin moet over een minimaal aantal punten beschikken om recht te hebben op de uitkering. Ook het bedrag van de toeslag is afhankelijk van dat aantal punten. In de berekening speelt net als vroeger het inkomen een rol. Maar anders dan voorheen speelt de gezinssituatie een belangrijke rol en wordt nu ook gekeken naar tweede eigendommen. Op die manier komen de toeslagen nog meer bij gezinnen terecht die ondersteuning echt kunnen gebruiken.”

Onzekerheid
Hoewel meer mensen sneller en met minder inspanningen een schooltoeslag kregen, heerste er heel wat onzekerheid bij ouders. In het najaar van 2019 kregen medewerkers van het Groeipakket soms tot 3500 telefoontjes per dag over die toeslag. “Het was vooral de automatisering die voor bezorgdheid zorgde. Sommige mensen hebben nu eenmaal het proces graag in eigen handen en voelen zich geruster als ze aan een loket eigenhandig hun aanvraag kunnen indienen. Vroeger gold ook de regel: wie eerst aanvraagt, krijgt eerst zijn geld. Sommige gezinnen moesten langer dan anders wachten op de financiële tegemoetkoming. Om de betalingen te kunnen automatiseren hadden we heel wat gegevens nodig uit externe databanken”, legt Mertens uit. “Onder meer kadastrale inkomens, aanslagbiljetten, inschrijvingsattesten van scholen moesten worden doorgestuurd. Die gegevensdoorstroom verliep dit jaar nog niet altijd even vlot. Omdat we merkten dat voor veel mensen de schooltoeslag de grootste bekommernis binnen het Groeipakket was, hebben we in verschillende gemeenten en steden zitdagen en infosessies georganiseerd. Zo konden we grotere groepen van mensen tegelijkertijd informeren en geruststellen.”

Kinderziektes
Door de tragere doorstroom van gegevens hebben een deel van de meer kwetsbare gezinnen dit jaar langer moeten wachten op financiële ondersteuning. “Waar sommige gezinnen de schooltoelage vorig schooljaar begin september ontvingen, kregen ze die nu pas half november. Omdat net die gezinnen het geld echt nodig hebben om de schoolrekeningen te kunnen betalen, is dat voor de toekomst ons belangrijkste werkpunt. Toch durven we nu al stellen dat een vluggere uitbetaling volgend jaar zeker een feit zal zijn. Tegen dan zal de gegevensdoorstroom volledig op punt staan.”

“Omdat de schooltoeslag volledig nieuw is binnen het Groeipakket, was het dit jaar een huzarenstukje om alles rond te krijgen”, geeft Mertens toe. “Dossierbeheerders en regiowerkers hebben zich op korte tijd een nieuwe wetgeving moeten eigen maken en met een nieuw computerprogramma leren werken. Toch kunnen we zeggen dat die eerste uitbetalingstermijn goed verlopen is. Je mag niet vergeten dat we op drie maanden tijd rond waren met de betalingen. Vroeger namen die uitbetalingen een heel schooljaar in beslag. De automatische uitbetaling van de schooltoeslag is zowel voor de gezinnen als voor de medewerkers van het Groeipakket een stuk eenvoudiger. Dat kan alleen maar toegejuicht worden.”