welzijn & zorg

Hoe combineert de Vlaming werk en gezin?

Gezinsenquête schetst beeld van Vlaamse gezinnen van vandaag

Ouders die niet werken, blijven vaak thuis om voor de kinderen te zorgen. Ook meer dan de helft van ouders die niet voltijds werken geven een betere combinatie van gezin en werk op als reden om niet voltijds te werken. 

Acht op tien vindt zijn of haar job goed te combineren met een gezin en driekwart kan rekenen op begrip van de werkgever bij familiale problemen. Toch moeten ook vier op tien ouders soms activiteiten van het gezin missen door de hoeveelheid tijd die aan het werk besteed moet worden.
Een aanzienlijk deel van de niet-werkende ouders blijft thuis om voor de kinderen te zorgen (één op tien van de niet-werkende ouders met een jongste kind jonger dan 3 jaar). Daarboven zien we dat meer dan de helft van de ouders die niet voltijds werken, een betere combinatie gezin en werk als reden opgeven om niet voltijds te werken.
Bijna acht op tien (78,3%) van de werkende respondenten vindt dat de eigen job (heel) goed te combineren is met het gezinsleven. Wanneer we echter kijken naar voltijds werkenden (meer dan 40 uren per week) zakt het percentage dat vindt dat de job goed tot zeer goed te combineren is met het gezin tot 66,5%.
Drie vierde (75%) van de respondenten geeft aan begrip te krijgen van hun werkgever bij familiale problemen. Maar dus ook een vierde (25%) geeft aan soms wel/soms niet of niet te kunnen rekenen op begrip van de werkgever bij familiale problemen.
Bijna vier op tien werkende respondenten geeft aan dat men activiteiten van het gezin moet missen door de hoeveelheid tijd die men aan het werk moet besteden. Omgekeerd geeft slechts 1 op de 10 aan dat men activiteiten van het werk moet missen door de tijd die men aan het gezin besteedt. Het gezin heeft ook emotioneel nauwelijks een negatieve invloed op het werk (6%), terwijl wel 22% van de respondenten aangeeft vaak emotioneel uitgeput thuis te komen van het werk. 

Taakverdeling binnen het gezin 

De genderkloof in de verdeling van de gezinstaken (zowel de zorg voor de kinderen als het huishoudelijke werk) is persistent, maar dit is geen nieuwe informatie. Naast de verdeling van de zorgtaken voor de kinderen tussen beide partners keken we in de gezinsenquête ook naar hoe respondenten de verdeling van de zorgtaken en de huishoudelijke taken percipiëren.
Uit de resultaten blijkt dat mannen en vrouwen wel beseffen dat er wat schort aan de verdeling van de zorg voor de kinderen en nog meer bij de verdeling van het huishoudelijke werk. Bijna drie vierde van de respondenten vindt dat ze de zorg voor de kinderen eerlijk verdelen met de partner. Het gaat om 75,3% van de mannen en 72,9% van de vrouwen. Er is wel een verschil naar geslacht: een vierde van de vrouwen (25,7%) vindt dat ze meer zorgt voor de kinderen dan eerlijk is, 21,6% van de mannen vindt dan weer dat hij minder zorgt voor de kinderen dan eerlijk is. Voor de verdeling van het huishoudelijke werk vinden nog meer vrouwen dat ze meer huishoudelijk werk opnemen dan eerlijk is (41,3%).
Een meerderheid van de respondenten geeft een score van 8 of meer op 10 wanneer we vragen hoe tevreden men is met de verdeling van de zorgtaken. De gemiddelde score is 7,8 op 10. Vrouwen geven minder vaak een hoge score. De gemiddelde tevredenheid van respondenten met de wijze waarop de huishoudelijke taken verdeeld zijn tussen henzelf en hun partner is 7,5. Dit is iets lager dan de gemiddelde tevredenheid bij de verdeling van de zorgtaken.
Wanneer vrouwen voltijds werken, ontstaan er meer conflicten, spanningen en meningsverschillen over de verdeling van de huishoudelijke taken. De huishoudelijke taken zijn iets vaker dan de zorgtaken het onderwerp van conflict, spanningen en meningsverschillen tussen partners
13,4% van de gezinnen wordt daarnaast nog geconfronteerd met de zorg voor één gezinslid (of meerdere gezinsleden) met een specifieke zorgbehoefte, of draagt zorg voor iemand anders buiten het gezin.

Ondersteuning bij de zorg en opvang voor de kinderen en in het huishouden.  

* Iets meer dan vier op tien of 41,8% van de respondenten geeft aan dat het gezin bij de zorg en opvang voor de kinderen onbetaalde hulp krijgt van iemand anders. Deze gezinnen krijgen gemiddeld 7 uren en 57 minuten per week onbetaalde hulp. De verschillen naar leeftijd van het jongste kind zijn groot: 62,8% van de respondenten met een kind jonger dan 3 jaar krijgt onbetaalde hulp. 

* Betaalde opvang: 66% van de respondenten met een kind jonger dan 3 jaar en 44,6% van de respondenten met een jongste kind tussen 3 en 6 jaar maakt gebruik van betaalde kinderopvang. 

* 34,0% van de respondenten heeft betaalde hulp in het huishouden. Daarvan gebruikt meer dan 8 op 10 altijd dienstencheques. 

Meer lezen? www.gezinsenquete.be