welzijn & zorg

De essentie volgens Wannes Cappelle

“Als we de hoop verliezen is het pas echt om zeep"
30.01.2017
Foto's
Stephan Vanfleteren

Met Calais brachten Wannes Cappelle en zijn band Het Zesde Metaal eind vorig jaar hun vierde album uit. De plaat combineert nummers over liefde met songs die ons confronteren met hoe we in onze samenleving kijken naar onze medemens.

Een van de nummers op Calais draagt de titel Onderbemand. Wannes schreef het nummer voor Buddywerking Vlaanderen, waar hij peter van is. Buddywerking Vlaanderen koppelt vrijwilligers aan mensen met een psychische kwetsbaarheid, om hen uit hun sociaal isolement te halen en hun integratiekansen te vergroten. “Een buddy is geen wonderdokter”, zegt Wannes, “wel iemand die z’n hand uitsteekt en zegt: ‘Laten we met z’n tweeën iets doen’. Dat verandert levens, zowel dat van de vrijwilliger, als dat van de persoon met psychische problemen. Beiden hebben iets aan de Buddywerking, ze maken elkaars leven waardevoller.”

“Soms moet je er gewoon voor iemand zijn, zonder per se goede raad te willen geven”, vindt hij. ‘Het was uit ongeduld veeleer dan uit mededogen’ is een zin uit de tekst van Onderbemand. “Die zin geeft goed aan hoe mensen soms omgaan met mensen met psychische problemen. Mensen zeggen al gauw: ‘Het komt wel goed’. Vaak is dat omdat ze er dan snel vanaf zijn, eerder dan echt uit mededogen. We zouden beter zeggen: ‘Laat het ons eens op het gemak bekijken en zien wat je nodig hebt om beter te worden.’ In de professionele zorg staan hulpverleners en therapeuten ook vaak onder tijdsdruk. Vrijwilligers kunnen meer tijd geven.”

“Daar word ik zo warm van: mensen die gewoon hun tijd geven. Dat is wat vermaatschappelijking van de zorg voor mij betekent. Zorgen voor je partner, je kinderen, je buren. Daar komen we toch vandaan, misschien moeten we daar opnieuw wat meer naartoe.”

Omgaan met de zwakte van de mens

Zorg dragen voor je buren doet Wannes denken aan de periode waarin hij schreef aan Ontferm U, een verhaal over zorg naar aanleiding van de Maand van de Spiritualiteit. Het werd een boek dat doet nadenken over hoe we omgaan met de meest kwetsbaren in onze maatschappij. “In die periode woonden we in een appartement naast een wat teruggetrokken ouder koppel. Op een dag zag ik de dochter van het koppel binnenkomen en sprak ik haar aan. ‘Als we eens iets kunnen doen voor je ouders, dan zeg je het maar.’ De dochter antwoordde dat haar ouders al een jaar geleden naar het woonzorgcentrum verhuisd waren. Ik vond het ongelooflijk erg dat ik dat niet gemerkt had. Boven ons woonde een ander ouder koppel. De vrouw was heel slecht te been, dus deed de man de boodschappen. Maar dat ging steeds moeizamer. We probeerden soms een beetje te helpen door de deur open te houden of de tassen over te nemen, maar dat liet hij niet toe. Hij wilde geen hulp aanvaarden, terwijl hij het wel nodig had.”

“Dat ‘vechten’ wilde ik ook in Ontferm U steken. Een van de hoofdrolspelers in het verhaal is een grootvader die niet kan aanvaarden dat zijn kleinzoon een beperking heeft. Hij vindt het moeilijk om om te gaan met de zwakte van de mens en met zijn eigen zwakte. Ik herken dat bij mezelf ook. Ik zou nooit een dokter of verpleger kunnen zijn, hoewel ik onnoemelijk veel respect heb voor de mensen die voor dat beroep gekozen hebben.”

Wij versus zij

Of de tekst van het nummer Paradis gaat over de overgave aan een grote liefde of aan een god, laat Wannes in het midden. “In ieder geval vind ik de totale overgave aan iets of iemand van wie je de redding verwacht erg ongezond.” Sommigen lezen de tekst als een verhaal over radicalisering. Evolueert onze samenleving steeds meer naar ‘wij’ versus ‘zij’? “Als je nooit naar elkaar toestapt om elkaar te leren kennen, verval je vanzelf in ‘wij’ en ‘zij’ en wordt het heel makkelijk om elkaar allerlei zaken te gaan verwijten. Wie nooit ontsnapt aan de schaduw van de kerktoren uit zijn dorp zal automatisch banger zijn van wat hij niet kent.” Kort voor de ontruiming van het vluchtelingenkamp trok Wannes naar Calais. “De vluchtelingen vertelden dat ze via de media vernamen wat de plannen waren met het kamp, maar dat niemand hen iets was komen vragen. Om het kamp te ontruimen werden misschien wel duizend agenten gemobiliseerd, terwijl ik ervan overtuigd ben dat het met honderd sociaal werkers ook gelukt zou zijn. Al kan je het moeilijk beoordelen op basis van wat je in de media leest en ziet. De media geven ons maar een klein venster op de wereld.”

Ernstig, maar niet hopeloos

De eerste single uit Calais Naar De Wuppe – moet ons doen inzien dat de toestand ernstig is, maar niet hopeloos. “Op een bepaald moment dacht ik bij al dat negatieve nieuws: als ik nu geen nieuws gezien of gehoord had, dan was mijn kleine wereld toch nog even mooi als daarvoor, dus misschien valt het toch nog mee. Af en toe had ik het nodig om het op die manier te bekijken. Dat wil niet zeggen dat we het zomaar moeten laten hangen of dat we moeten voortdoen zoals we bezig zijn, want er is nog veel moois om voor te vechten.”

In onze eigen kleine wereld valt alles nogal mee. Dat is natuurlijk makkelijk gezegd als je tot de blanke middenklasse behoort en in West-Europa leeft. “Natuurlijk hebben mensen elders in de wereld het veel slechter dan bij ons. Je kan dan kiezen om daarvan wakker te liggen of om ontwikkelingswerker te worden. Als je geen actie onderneemt, blijf je zitten in je hoekje. Dan beschouw je dat als je wereld en zal je het daarmee moeten doen. Ik denk dat ik dat de facto doe. Ik probeer bewust om te gaan met het leven. Maar als ik moet kiezen tussen een fairphone (een eerlijke en duurzame telefoon, nvdr) waar ik drie maanden op moet wachten, of een standaard smartphone die ik meteen in de winkel kan kopen, dan zal ik waarschijnlijk ook wel die laatste nemen. In de praktijk kies je soms andere dingen dan je eigenlijk zou moeten doen. Terwijl ik ook heel kwaad kan worden van wat er allemaal gebeurt voor zo’n standaard smartphone bij mij terechtkomt.”

“Ik ben veganist, zoveel mogelijk. Je moet dan op veel dingen letten. Geen leren schoenen meer kopen, maar daarnaast probeer ik ook nog te letten op de arbeidsomstandigheden waarin kleding gemaakt is. Soms moeten je mild zijn voor jezelf en niet alleen zien wat je niet goed doet. Maar af en toe moet je wel iets doen. Alle kleine beetjes helpen, en stap voor stap verandert de wereld.”

‘Verandering komt er sowieso’

“Het vervelende aan de mens is dat hij niet graag verandert, en dat het daarom traag gebeurt”, zegt Wannes. “Neem nu de plastic zakjes in de supermarkt: we krijgen ze niet meer gratis en plots lukt het ons toch om zelf een winkeltas mee te nemen. Biologisch eten wordt meer en meer evident, waar het een paar jaar geleden nog zoeken was. Het rookverbod was enkele tientallen jaren geleden ook nog iets ondenkbaar. En nu wordt het stilaan vanzelfsprekend niet te roken in het bijzijn van niet-rokers. Soms willen we iets veranderen van de ene dag op de andere, maar dat is niet de realiteit, het gaat stap voor stap.”

“Verandering komt er sowieso. De manier waarop hebben we zelf in de hand.”

Volgens Wannes zijn er twee mogelijkheden waarop een samenleving kan veranderen: ofwel veranderen vanzelf we voor het te laat is, ofwel wachten we tot er een of andere ramp of opstand plaatsvindt en we wel moeten veranderen. “Verandering komt er sowieso, maar de manier waarop hebben we zelf in de hand. Als we wachten tot we het geforceerd moeten doen, zal het wel minder leuk worden. Progressieven hebben op een bepaald moment toch altijd gelijk, denk ik. Om het met een boutade te zeggen: als de conservatieven al vanaf de oertijd aan de macht zouden geweest zijn, zaten we nu nog in onze grot aan het houtvuur.”

Ondertussen neemt de angst voor het vreemde wel toe in onze samenleving en staan er militairen op elke straathoek. “Aan terrorisme kan je helaas weinig doen. Het enige wat we kunnen doen is preventief werken: zorgen dat iedereen meetelt in de samenleving. Mensen laten vallen en de deur voor hun neus dichttrekken: dat wreekt zich. Soms moet je mensen kansen blijven geven, blijven proberen, kijken hoe het anders kan. Als je echt zwart op wit zegt dat je een bepaalde groep mensen opgeeft, dan keert dat vroeg of laat terug in je gezicht. We moeten hoop blijven houden. Als we de hoop verliezen, dan is het pas echt om zeep.”