welzijn & zorg

De essentie volgens Steven Mahieu

“Onze hulpverlening heeft echte Moeder Theresa’s nodig”
4.08.2017
Foto's
Stephan Vanfleteren

Omdat zijn ouders vonden dat je ‘iets met je handen’ moest kunnen, koos comedian Steven Mahieu de richting elektriciteit in het middelbaar. Als jonge twintiger besefte hij dat dat toch niet helemaal zijn ding was, en besloot hij over te schakelen op sociaal-cultureel werk. “Het cliché wil dat mensen die die richting kiezen nog een hele weg af te leggen”, zegt Steven. “Ik was geen uitzondering.” Zijn weg leidden hem naar het podium…

“Tijdens mijn graduaat elektriciteit zat ik op kot in Gent. Toen ik studenten orthopedagogie en sociaal-cultureel werk leerde kennen, stond ik plots helemaal anders in het leven”, zegt Steven. “Psychologie, sociologie, filosofie interesseerden me mateloos. Wat schuilt er achter de gezichtjes, hoe werkt mijn eigen psychologie? Wat ik nu doe als comedian heeft ook veel met filosofie en sociologie te maken.”

Tijdens zijn studie sociaal-cultureel werk deed hij stage bij Habbekrats, een vzw met huizen over heel Vlaanderen waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten. “Ik was meteen helemaal verkocht aan die organisatie. Het was echt fantastisch en rock-‘n-roll. De coördinator, Chris Van Lysebetten, leek wel Moeder Theresa met een snor. Er waren weinig conventies, het was heerlijk puur. We werkten met jeugd van de straat, boden hen een laagdrempelige ontmoetingsplek en toffe vakantiekampen. Het kwam echt dicht in de buurt van een thuissituatie voor jongeren die vaak geen goede thuis hadden.”

Die stage opende een alternatieve deur in Stevens hoofd. “Ik wilde geen sociaal werker achter een loket worden, die mensen in een vastgelegd aantal minuten zou helpen. Na mijn studie heb ik als buurtwerker met kansarmen gewerkt in Kortrijk. Ik moest een avond per week de consultatieruimte bemannen om mensen met problemen te ontvangen. Natuurlijk komen die mensen hun hart niet luchten aan een bureau. Zo werkt het niet. Je kan de mensen beter aanspreken op straat, of waar ze zich ook bevinden.”

“Tijdens mijn studie had ik een stagebegeleider die onder de middagpauze improvisatieworkshops gaf. Door hem ontdekte ik nog een ander pad in mijn leven: stand-upcomedy. Ik heb nog altijd contact met hem, hij is een soort mentor voor mij.” Voor het Canvas-programma Comedian vindt Werk ging Steven een paar dagen aan de slag bij Arktos vzw in Turnhout. Jongeren die moeilijk hun weg vinden op school en in de samenleving kunnen er een schoolvervangend programma volgen. “Regels kan je opleggen aan mensen die belang hechten aan ‘erbij horen’. Maar deze jongeren horen er niet bij, hun hele leven al. Je kan hen niet conventioneel benaderen. Je moet in hun leven kunnen kruipen, echt iets betekenen voor hen. Ik heb veel respect voor mensen die met hen werken. Die jongeren slepen zich daarnaartoe, het alternatief voor school. Je moet proberen te zorgen dat ze nog iets van hun leven maken. Ze haten zichzelf en hun leven vaak al zo hard dat ze niet meer de fut hebben om er nog iets van te maken. Ze hebben veel verdriet. We hebben geen idee waar ze ’s morgens vandaan komen? Je kan dan tegen zo’n jongere zeggen: ‘Je bent te laat, ga maar terug naar huis.’ Maar wat is dat voor hen, thuis? Hebben ze wel een thuis?”

“Hoe kan je re-integreren in de maatschappij als je nooit geïntegreerd geweest bent? Als je er als overheid van uitgaat dat iedereen erbij hoort, dat je er hooguit eventjes kan uitvallen en dan weer gere-integreerd kan worden, dan is dat een verkeerd uitgangspunt. Niet iedereen hoort erbij van in het begin.” Wie op zijn achttien uit de jeugdhulp komt, heeft het niet altijd even makkelijk om zijn weg te vinden in het leven. Jongeren moeten op zoek naar een woonst, een inkomen, een job, een studie. “Die jongeren hebben vaders en moeders nodig”, vindt Steven. “En dat kan je niet organiseren als samenleving. Ik woon zelf in een kansarme wijk. Bij sommige kinderen daar denk ik: wat voor een kracht ga jij niet nodig hebben om niet op het verkeerde pad te belanden? Bij sommigen speelt alles vanaf de geboorte in hun nadeel. Welke beelden worden er op het onschuldige zieltje van dat jonge kind gekrast? Alcohol- en drugmisbruik, afwezige ouders, schoolverzuim… Voor hen hebben we echte Moeder Theresa’s nodig, daar schiet de klassieke hulpverlening tekort.”

We maken steeds meer plaatsen om mensen op te vangen die buiten ons systeem vallen. Kunnen we er niet beter voor zorgen dat er gewoon minder mensen dat lot meemaken? “Het systeem is op zich liefdeloos. En men probeert met empathie in de rand mensen in dat liefdeloos systeem te duwen.”

Is meer liefde overal dan de oplossing? “Dat klinkt wel heel erg Bond zonder Naam, maar de wereld is toch keihard, niet? Als je in een warm nest geboren wordt, heb je een stevige basis om even terug te boksen tegen het leven als het wat minder gaat. Maar wat als je vanaf het begin al geen stevige grond onder je voeten hebt?”

Hoofd versus buikgevoel

Steven mediteert regelmatig. Dat wil niet zeggen dat hij wereldvreemd is, benadrukt hij. “Je hoeft niet in een cocon van potpourri te leven om te mediteren. We zouden wat vaker moeten loskomen van ons hoofd en dat moeten inbouwen in onze dagelijkse routine. Je mag je intuïtie niet te veel loslaten: dat is je kompas. Ontwikkel je buikgevoel. Dan ben je nooit verloren.” Zijn huidige show – Zonder filter – is een poging tot eerlijkheid. Over hoe we als mensen allemaal inconsequent zijn. “Ik kreeg stilaan de stempel dat ik een maatschappijkritische comedian was. Dat vond ik niet fijn, want ik kijk zelf niet graag naar mensen die praten over dingen waar ze niets mee te maken hebben, terwijl ze zelf buitenspel staan. Ik heb het liever over persoonlijke dingen. Dus duik ik in wat ik zelf doe en meemaak: mijn eigen angsten, mijn eigen falen. We censureren onszelf constant. Ik geef geen commentaar op de wereld, maar op mezelf en bij uitbreiding op het menselijke van de mens. En da’s niet oppervlakkig. Integendeel, vind ik.”

“Hoe kan je re-integreren in de maatschappij, als je nooit geïntegreerd geweest bent?”

Steven stelt op het podium in vraag wat wij met z’n allen doen. Heel wat ouderen verblijven in woonzorgcentra omdat ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, en niemand van de familie kan of wil die zorg op zich nemen. Maar ondertussen trekt hij zichzelf mee in het bad: ook hij zal zijn ouders niet zelf kunnen verzorgen als dat ooit nodig is. “Daarmee wil ik niet zeggen dat woonzorgcentra niet goed zijn of dat de mensen die daar werken hun werk niet goed doen. Maar is het feit dat die centra moeten bestaan, dat we onze naasten niet zelf verzorgen niet erg? En ondertussen blijven we maar meegaan in de irreële verwachtingen van de maatschappij. We blijven maar meedoen met allerlei foliekes die strikt genomen misschien niet nodig zijn. We moeten met twee gaan werken om ons huis en onze fantasietjes te kunnen betalen, en kunnen niet langer instaan voor een ander.”

In het theaterstuk waar Steven nu voor repeteert – Zingarate van Compagnie Cecilia - speelt hij een palliatief verpleegkundige. “Voor dat stuk heb ik wat boeken gelezen over palliatieve zorg”, vertelt Steven. “Wat steeds terugkeert is dat mensen op hun sterfbed bijna nooit het leven hebben geleid dat ze hadden willen leiden. Meestal hebben ze hun leven lang gedaan wat hun omgeving van hun verwachtte, en da’s tegelijk meestal hun grootste spijt. Niemand zegt ooit: ik heb te weinig gewerkt. Het is fascinerend dat het zo evident lijkt, maar dat het blijkbaar toch voor de overgrote meerderheid van de mensen zo loopt. Wie niet meedraait in het systeem is raar, een outlaw. Maar op den duur weet je van jezelf niet meer wie je bent. Ik wil graag stilaan dichter bij mezelf komen, en probeer mijn ego zoveel mogelijk te bestrijden.”