welzijn & zorg

Architectuur als heilzame optie

'Kies voor een omgeving die helpt genezen'
26.03.2018
Foto's
Jan Locus

“Een uitgekiende zorgarchitectuur en -omgeving kunnen het welzijn van de patiënt verbeteren. Bovendien biedt een modernere infrastructuur de kans om kostenbesparend te werken.” Architect Stéphane Vermeulen (director healthcare design – VK Architects and Engineers) is vast overtuigd van wat hij beweert. Maar zijn de zorgsector en de overheid mee met zijn ideeën? 

“Tal van internationale studies tonen aan dat de inrichting van een ziekenhuis het welzijn van de patiënt en zijn verbeteringsproces kan bevorderen of afremmen”, zegt Stéphane Vermeulen. De gebruikte materialen, de lichtinval, het uitzicht, de geur en de kleur van de kamers en van andere sociale ruimtes zoals de wachtzaal, de inkomhal of de gangen: het heeft allemaal een impact op het welbevinden van mensen. 
Het wetenschappelijke bewijs is voorhanden. Hoe komt het dan dat er maar mondjesmaat iets aan de zorginfrastructuur verandert? 
Stéphane Vermeulen: “Nog niet iedereen is zich bewust van de positieve en negatieve effecten van bepaalde ontwerpen. Je zou dat probleem al een stuk kunnen verhelpen door alle stakeholders bij de ontwikkeling van de zorginfrastructuur te betrekken. De raad van bestuur, de directies, de dokters en het personeel hebben hun mening, maar ook de patiënten hebben wat te vertellen. Toch zitten zij zelden mee rond de tafel, terwijl het om hun gezondheid gaat. Hoe meer mensen mee nadenken over een ontwerp, hoe beter we de verschillende noden leren kennen en ons voorstel erop kunnen afstemmen.” 
Is gebrekkige kennis de hoofdreden van de trage modernisering van onze zorginfrastructuur? 
“Er spelen nog andere elementen. Veel Vlaamse ziekenhuizen dateren uit de jaren ‘70. Sindsdien werd er wel in het interieur geïnvesteerd, maar de oude gebouwen staan er nog steeds. Waarom? De overtuiging leeft dat een grondige vernieuwing van het zorgpatrimonium meer kost dan dat ze zou opleveren. Nochtans zal een nieuwbouw de kost van al die ‘kleine’ renovaties op termijn evenaren, door het terugverdieneffect en de efficiëntiewinst.” 


Waarin schuilt de winst van een nieuw gebouw? 
“In tal van facetten. Ik denk bijvoorbeeld aan flexibiliteit, in- en uitbreidbaarheid, de juiste grids en hoogtes per deelgebouw, een duidelijke scheiding van de flows, het samenbrengen van de juiste afdelingen en de beperking van loopafstanden. In Wallonië werken we momenteel aan een health campus van de nieuwe generatie: het Grand Hôpital de Charleroi (GHdC). Dat project ligt verspreid over vijf sites in de stad, met daarop vijf oude ziekenhuisgebouwen. Elk gebouw had quasi alle diensten voorhanden. Die aanpak werkte wel, maar was bijzonder inefficiënt. Daarom voerden we in vier van die gebouwen een centralisatie van diensten door. Alle medisch-technische, logistieke en administratieve diensten werden tot een strikt noodzakelijke vorm herleid. Zo optimaliseerden we niet enkel het aantal vierkante meters, maar werden het aantal consultaties en het aantal bedden met 30% gereduceerd.” 
Je zegt dat de diensten werden gecentraliseerd. Wat bedoel je daar precies mee? 
“We pasten de zogenaamde ‘schillenmethode’ toe. Het idee is dat je niet, zoals vroeger, alle activiteiten in één gebouw concentreert, maar dat je het zorgproces duidelijk over verschillende plekken verdeelt. In de polikliniek vinden consultaties en administratie plaats. De ‘hotfloor’ is er voor alle kritieke diensten en logistiek. Het ‘hotelgedeelte’ legt een duidelijk accent op de dagkliniek. In de klassieke hospitalisatie is er een onderscheid tussen de korte- en langeverblijfkamers. Al die processen krijgen dus elk hun eigen locatie. De architectuur en infrastructuur van het gebouw worden op de specifieke noden afgestemd. Tegelijk zijn ze afzonderlijk aanpasbaar, waardoor je op middellange en lange termijn aanzienlijke kosten bespaart. De technische eisen voor het kantoorgedeelte of zelfs het hospitalisatiegedeelte liggen immers veel lager dan voor, bijvoorbeeld, het operatiekwartier. Bovendien kan je bepaalde ondersteunende diensten outsourcen. Dat zijn maar enkele voorbeelden die tonen dat het rendeert om in nieuwe zorginfrastructuur te investeren.” 
In Charleroi kregen jullie ook een nieuwe site ter beschikking, die jullie met het oog op de toekomst inrichtten. 
“Klopt. We kregen een nieuw terrein van maar liefst 17 hectare. Bij de ontwikkeling daarvan stonden het welzijn en de genezing van de patiënt centraal. Het ziekenhuis neemt zelf maar 4 hectare in beslag en amper 2 hectare gaat naar parking. Op de overige 11 hectare komt een park met wandelpaden, want de nabijheid van zoveel groen draagt volgens ons substantieel bij tot het welbevinden van personeel, bezoekers en patiënten.” 
Als architect heb je jouw ideeën, maar er is nog een verschil tussen droom en daad. Hebben de overheid en de zorgsector oren naar je verhaal? 
“Ik geloof dat we nog veel beter kunnen samenwerken. Vandaag opereren we eerder naast elkaar. De zorgsector en de overheid focussen vooral op een verbeterde kwaliteit van de zorgprocessen zelf en op netwerking tussen verschillende ziekenhuizen. Ze zijn veel minder bezig met architectuur en een groene omgeving. Nochtans is de impact daarvan op het zorgproces volgens mij essentieel.”