welzijn & zorg

'Als één ding voor mij heilig is, dan wel het beroepsgeheim'

Vertrouwen is cruciaal bij kwetsbare groepen
23.05.2018
Foto's
Philippe Swiggers

Lita Vanherck is straathoekwerker in Turnhout. Toen zij als jongere problemen had, was er één leerkracht die in haar bleef geloven. Dat wil zij nu ook doen: een ‘sociale wegwijzer’ zijn voor mensen die uitgesloten zijn, en blijven vragen hoe het gaat.

“Ik had als tiener geregeld problemen op school, maar er was één leerkracht die ik nooit zal vergeten. Niet dat zijn lessen zo memorabel waren, maar hij was gewoon heel betrokken. Na de les en zelfs na schooltijd bleef hij even met me praten, en hij bleef ook steevast in mij geloven. Toen heb ik ingezien dat één persoon een groot verschil kan maken in het leven van jongeren. Voor mij was dat de motivatie om in het sociaal werk te gaan. Ik heb uiteindelijk orthopedagogie gestudeerd, en mijn laatste stage was bij Straathoekwerk in Turnhout. Een paar jaar later kon ik daar ook echt aan de slag. En ik zou nooit meer iets anders willen doen. Ik heb veel vrijheid en authentieke contacten. Ik bepaal zelf mijn agenda – uiteraard op basis van de behoeften van de gasten. Elke dag is anders. Rondhangen op straat en op café: het klinkt absurd, maar daarvoor worden ik en mijn collega-straathoekwerker Stien Boogaerts betaald.” 
“Wij proberen relaties uit te bouwen met iedereen die zich uitgesloten voelt door de maatschappij. Dat zijn zeker niet alleen jongeren, er zijn ook gasten van dertig of ouder bij. We kijken mee over hun schouders, volgen hun traject en zijn een soort ‘sociale wegwijzers’. Maar we zijn ook gewoon die mensen die in hen blijven geloven – zoals die leerkracht van vroeger – en blijven vragen hoe het gaat.” 
Scheef bekeken of genegeerd
“Het vertrouwen van gasten winnen is niet altijd even simpel. Geduld is de kern. En genoeg van jezelf durven bloot te geven. Maar jonge gasten zitten vaak niet op een straathoekwerker te wachten, zelfs niet als ze in de problemen zitten. Ze weten ook niet altijd wat mijn collega en ik doen, sommigen denken zelfs dat wij van de politie zijn. Maar ik blijf gewoon ‘hoi’ zeggen, ook al krijg ik nooit een antwoord. Tot het op een dag wel lukt.”
“Ik heb ooit een jaar lang elke week een uur staan wachten op een gast die nooit kwam opdagen. Tot hij uiteindelijk wilde praten. Als straathoekwerker heb ik de vrijheid om zelf te bepalen hoe ik mijn tijd invul, dat is een ongelofelijke luxe. Veel andere sociaal werkers en diensten hebben die helaas niet. Maar ik moet wel op het tempo van mijn gasten werken, anders krijg ik niets gedaan.

Veel van mijn gasten hebben heel wat verschillende, complexe problemen. Dakloos én drugsverslaafd én een psychiatrische problematiek, bijvoorbeeld. Die mensen kunnen bijna nergens terecht, ze passen bij geen enkele dienst of voorziening. De samenleving heeft simpelweg geen antwoord voor hen. Als straathoekwerker heb ik dat antwoord ook niet, maar ik zal wel mee op zoek gaan. En vooral: ik zal er gewoon zijn. Die mensen worden op straat meestal scheef bekeken of zelfs gewoon genegeerd, maar ik ga naast hen zitten om een babbeltje te slaan. Ik ga mee iets drinken, help hen om een kaartje te sturen naar hun jarige kind, of om de weg te vinden naar een bepaalde dienst.”
“Als er ellendige dingen gebeuren – wat niet uitzonderlijk is – raken die me uiteraard ook enorm. Gelukkig is er mijn fantastische collega met wie ik goed kan babbelen, meestal tussen de soep en de patatten. Ik zeg soms lachend dat wij elkaars straathoekwerkers zijn, we zorgen goed voor elkaar. Maar deze job is ook gewoon genieten. Samen met de gasten maak ik zoveel mooie dingen mee. We vieren samen, eten samen, voetballen samen… “
Met hand en tand, en Google Translate
“De diversiteit op straat neemt toe, waardoor wij soms ook op taal- en cultuurdrempels botsen. Dan proberen we met hand en tand – en Google Translate – toch contact te maken. Door in hun leefwereld te zitten, merk je pas hoe geprivilegieerd je zelf bent, als blanke vrouw uit de middenklasse. Daar word ik door mijn gasten vaak op gewezen. Er zou veel meer culturele diversiteit bij straathoekwerkers moeten zijn, maar dat geldt eigenlijk voor alle takken van de hulpverlening.
Als één ding voor mij heilig is, dan wel het beroepsgeheim. Ik werk met een zeer kwetsbare doelgroep: het vertrouwen van die gasten is al meerdere keren geschonden, waardoor ze daar extreem gevoelig voor zijn. Helaas voel ik dat het beroepsgeheim in de sector enorm onder druk staat. Er is veel overleg tussen hulpverleners, wat uiteraard een goede zaak is. Maar vaak wordt er dan op een informele manier over gasten gepraat, en dat is niet oké. Soms krijg ik zelfs telefoon van een dienst met vragen over een bepaalde gast, nog voor ze die zelf hebben gesproken. Dan steiger ik. Vertrouwen is de hoeksteen van mijn job.”
“Ik denk niet dat je als straathoekwerker de maatschappij kunt veranderen, maar ik probeer toch mijn steentje bij te dragen. Samen met mijn collega ben ik lid van allerlei netwerkgroepen en overlegplatformen, waar ik telkens de mensen achter de cijfers probeer te vertegenwoordigen. Ik hoop dat in de toekomst de ‘eigen schuld’-mentaliteit verdwijnt. Wanneer mensen ‘foute’ keuzes maken, worden ze daar heel erg op afgerekend. Hulpverlening wordt ook te vaak iets voorwaardelijks: het voelt soms alsof diensten meer tijd investeren in het controleren en sanctioneren van gasten, dan in het effectief helpen. Wat we dan wel willen? Terug naar de basis: kijken naar de mens achter de gast, de gast zelf de controle laten nemen over zijn traject, luisteren, en tijd nemen. Dat is de ziel van het sociaal werk."