welzijn & zorg

‘Een meer inclusieve samenleving moet hoog op de agenda staan’

Minister Vandeurzen ziet Sociaalwerkconferentie niet als eindpunt
1.06.2018
Foto's
Jan Locus

Op 24 mei vond de Sociaalwerkconferentie plaats. Duizend sociaal werkers zakten af naar Brussel om na te denken over wat sterk sociaal werk in de toekomst nodig heeft. Weliswaar was erbij en sprak met minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen over hoe de aanbevelingen van de sector vertaald zullen worden in beleidsacties. Volgens hem was de conferentie immers geen eindpunt. 

“De krachtlijnen voor sterk sociaal werk (zie onderaan), die tijdens de conferentie gepresenteerd werden, moeten gebruikt worden als richtlijn bij het maken van beleidskeuzes”, zegt Vandeurzen. “De volgende jaren moeten we hierop verderbouwen.”
“Daarom willen we een platform sociaal werk creëren, dat de krachtlijnen en aanbevelingen uit de sector concreet maakt. De bedoeling is om alle stakeholders rond de tafel te brengen: gebruikers, sociaal werkers, organisaties, opleidingen, onderzoekers én beleidsmakers. In 2022 willen we een stand van zaken opmaken in een tweede Sociaalwerkconferentie.”
Naar een meer inclusieve samenleving
“Een belangrijk beleidsthema vandaag is de vermaatschappelijking van de zorg”, vervolgt Vandeurzen. “Niemand – en zeker sociaal werkers niet – twijfelt eraan dat een meer inclusieve samenleving hoog op de agenda moet staan. Het realiseren van mensenrechten en sociale rechtvaardigheid, het uitgangspunt van het sociaal werk, is een basisvoorwaarde voor vermaatschappelijking. Net zoals sterk sociaal werk.”
Om dit rechtenperspectief nog meer te realiseren wil de minister ervoor zorgen dat sociaal werkers in alle beleidsdomeinen nog meer expertise delen. “Krachtgericht en netwerkgericht werken zijn belangrijke hefbomen voor inclusie. Sociaal werkers hebben belangrijke competenties om hierop in te zetten. Dit kan nog meer benadrukt en ondersteund worden in praktijk en opleidingen. Maar altijd met aandacht voor personen met een beperkt en overbevraagd netwerk.”
“Vrijwilligers en ervaringsdeskundigen zijn belangrijk voor het sociaal werk, maar ze vervangen geen professionals. Ze werken complementair met sociaal werkers.”Minister Vandeurzen benadrukt het belang van informele zorg en ervaringskennis: “Ook dat hoort bij vermaatschappelijking. Wat interactie tussen vrijwilligers en professionals betreft, kent het sociaal werk een lange traditie. Vrijwilligers en ervaringsdeskundigen moeten complementair werken, zodat ze een meerwaarde zijn voor zowel cliënten als sociaal werkers. Vrijwilligers komen dus niet in de plaats van professionals. We willen verder werk maken van een visie op het werken met personen met ervaringskennis en vrijwilligers, met aandacht voor voldoende professionele ondersteuning.”
We mogen daarbij niet blind zijn voor het feit dat vermaatschappelijking ook nieuwe uitsluiting kan veroorzaken, waarschuwt de minister. ”Sociaal werkers waarschuwen daar terecht voor, onder meer bij de persoonsvolgende financiering. Sociaal werk is bij uitstek geplaatst om ondersteuning te bieden aan mensen die de weg naar hulp niet vinden of die het vertrouwen in hulpverlening kwijt zijn. We willen daarom ook werk maken van randvoorwaarden voor outreachend en proactief werken voor sociaal werkers op de eerste lijn.” 
“En omdat uitsluitingsmechanismen niet alleen op het individuele niveau aangepakt moeten worden, willen we zorgen voor een permanente dialoog tussen beleid, onderzoek en de praktijk. Alleen zo kunnen we komen tot een echte vermaatschappelijking van de zorg.” 
Samenwerken in een complexe wereld
Vandeurzen is zich ervan bewust dat we een complexe samenleving leven, en dat dit ook invloed heeft op de uitdagingen waarmee sociaal werkers geconfronteerd worden. “Het samenbrengen van expertise is de enige manier om met deze complexiteit om te gaan. Meer en meer zetten we in op netwerken en samenwerkingsverbanden in het sociaal werk. Voorbeelden daarvan zijn de Huizen van het Kind, het geïntegreerd breed onthaal en één gezin, één plan.”
“Als we willen inzetten op samenwerking binnen het sociaal werk, moet het beleid dat ook vertalen in financiering” 
“Het verder uittekenen van een beleid rond het werken vanuit netwerkprincipes dat haalbaar is voor organisaties en werkers is een gedeelde verantwoordelijkheid van organisaties en werkers. Het beleid moet de verwachting om te werken vanuit een netwerk vertalen in financieringsmodellen die daarop zijn afgestemd.”
Onderbescherming aanpakken
Volgens de minister moet de strijd tegen onderbescherming op alle beleidsniveaus worden gevoerd. “Het gecoördineerd armoedebeleid en het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding bieden hefbomen om op Vlaams vlak een participatief armoedebeleid mogelijk te maken. Op het lokale niveau vormt het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid een belangrijke hefboom.”
“Cruciaal in het decreet lokaal sociaal beleid en in de strijd tegen onderbescherming zijn de samenwerkingsverbanden geïntegreerd breed onthaal. De OCMW’s, diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen en de Centra Algemeen Welzijnswerk zorgen samen voor een zo goed mogelijk onthaal. Het onthaal is hierbij een volwaardig deel van het hulpverleningstraject. Geïntegreerd breed onthaal zorgt er effectief voor dat er meer rechten gerealiseerd kunnen worden.”“Geïntegreerd breed onthaal zorgt er effectief voor dat er meer rechten gerealiseerd kunnen worden”“We willen dit jaar de functies en werkingsprincipes van het geïntegreerd breed onthaal vastleggen in een uitvoeringsbesluit en we voorzien ook incentives om de ontwikkeling van deze praktijken verder te ondersteunen en te stimuleren.” 
Marktlogica en innovatie in sociaal werk
Het toepassen van marktprincipes of een marktlogica in sociaal werk en de manier waarop deze sociaal werk onder druk kan zetten zijn thema’s die veel sociaal werkers bezighouden. “Initiatief en ondernemingszin zijn belangrijk, ook in sociaal werk. Maar tegelijkertijd mogen we de ogen niet sluiten voor de impact, vooral op het werken met zeer kwetsbare doelgroepen waarmee het sociaal werk aan de slag gaat”, aldus de minister. “Daarom pleiten we in het Vlaams beleid voor duidelijke kwaliteitscriteria, ook wat betreft bestuurlijke en financiële transparantie. We willen bewaken dat organisaties voldoende financiële stabiliteit hebben zodat ze duurzame relaties met doelgroepen en partners kunnen uitbouwen.”
“Technologische en maatschappelijke innovatie kwam weinig aan bod op de Sociaalwerkconferentie, maar iedereen beseft dat innovatie vandaag ook een enorme impact kan hebben op sociaal werk. Opbouwwerk en het sociaal-cultureel werk leverden in het verleden een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke innovatie. Ze verdienen blijvend aandacht en ondersteuning.” 
Samen naar sterk sociaal werk
De conferentie lokte duizend mensen uit de sector van het sociaal werk. Ook voor het voorbereidend traject, waarbij praktijkwerkers deelnamen aan verschillende werkgroepen om de lijnen uit te zetten voor de toekomst van het sociaal werk, was het enthousiasme groot. Het is duidelijk dat de krachtlijnen en de uitdagingen waar sociaal werk vandaag voor staat, leven onder al wie betrokken is bij sociaal werk.
“Daarom worden al deze beleidsacties opgevolgd in breed overleg met sociaal werkers uit alle beleidsdomeinen, gebruikers, opleidingen onderzoekers. Zo kunnen we samen bouwen aan sterk sociaal werk”, besluit Vandeurzen.

 5 krachtlijnen voor sterk sociaal werk

Verbindend werken
Door mensen te verbinden met elkaar, met hun buurt, met scholen, … worden ze versterkt. Zo kunnen ze o.a. collectief problemen aanpakken. 
Laagdrempelig en nabij werken
Sociaal werkers zijn aanwezig in de leefwereld van kwetsbare mensen en werken op verschillende terreinen outreachend. Ze bepalen de agenda samen met de mensen die ze begeleiden. 
Politiserend werken
Sociaal werkers waarborgen mee de toegang tot rechten en ze kaarten sociale onrechtvaardigheid aan. Ze beïnvloeden op verschillende manieren het beleid. 
Generalistisch werken
Via hun centrale plaats in de hulpverlening hebben sociaal werkers een helikoptervisie over de hele situatie van hun cliënten. Ze zijn brugfiguren, kruispuntwerkers. 
Procesmatig werken
De uitkomst van sociaal werk ligt nooit vooraf vast. Telkens spelen sociaal werkers in op concrete situaties en de ervaringskennis van de mensen die ze bijstaan. Inspraak en participatie staan centraal.